Halverwege het seizoen leidt Ryan Thomas (23) het spelersklassement in VI. De Nieuw-Zeelandse spelmaker van PEC Zwolle over beelden van Johan Cruijff, het lezen van je tegenstander en de lessen van Roy Keane. ‘Voetbal is een stukje psychologische oorlogsvoering.’
‘Dat kan niet kloppen.’ Ryan Thomas vraagt of Nederlanders eigenlijk wel kunnen tellen. We hebben de Nieuw-Zeelander zojuist verteld dat hij halverwege het seizoen het spelersklassement van VI aanvoert. Na achttien wedstrijden scoort hij bijna een 7 gemiddeld en blijft hij de vleugelspitsen David Neres (Ajax) en Alireza Jahanbakhsh (AZ) voor. ‘We hebben met PEC Zwolle een goede eerste seizoenshelft gedraaid. Wij spelen leuk voetbal en de mensen zien dat. Gelukkig heb ik daar ook mijn aandeel in. Toch kan het eigenlijk niet, dat een speler van PEC zo’n groot klassement aanvoert.’ Dat klinkt niet bijster enthousiast, leggen we hem voor. ‘Het is leuk, zeker. Maar ik kan nog niet tevreden zijn. Dat ben ik namelijk nooit.’
We vragen om een voorbeeld. Thomas: ‘Volgens velen was de bekerfinale van 2014 tegen Ajax mijn beste wedstrijd in het shirt van PEC (5-1 winst, red.). Ik heb ’m onlangs terug zitten kijken… Ik scoorde dan wel twee keer, maar er ging zo ontzettend veel fout. Stel, mijn passingspercentage is honderd. Knap, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Je kunt een bal namelijk altijd strakker inspelen. Ik ben een perfectionist. Mijn vriendin vindt dat irritant, maar voor mijn ontwikkeling is het de perfecte mindset. Als ik een gemiddelde wedstrijd speel, slaap ik twee nachten niet. Als mijn hoofd het kussen raakt, speel ik de hele wedstrijd opnieuw af. Vooral de mindere momenten komen dan voorbij. Dat is niet iets van de laatste jaren, ik heb het al sinds mijn dertiende.’