Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 66 bekijken we de salarisuitgaven van de Eredivisie-clubs.
Om een globale indruk te geven van de slagkracht van de clubs, presenteren we voorafgaand aan elk seizoen de begrotingen. Dit overzicht geeft een indicatie van de te verwachten sportieve positie, maar ook niet meer dan dat. Sommige clubs zijn veel geld kwijt aan bijvoorbeeld het stadion of de jeugdopleiding, waardoor er minder geld overblijft voor de spelersgroep en technische staf. Betere ranglijstvoorspellers zijn de salarisuitgaven van de clubs.
Het gat tussen de nummer één en nummer achttien is opnieuw gegroeid. Ajax gaf 33 keer zoveel uit als Go Ahead Eagles
Over het algemeen eindigen de ploegen met de hoogste spelerslonen bovenaan. Voorafgaand aan het seizoen is dat klassement nooit te maken, want uit concurrentieoverwegingen zijn clubs niet zo scheutig met het verstrekken van informatie over hun salariskosten en spelersbudget. Daardoor kunnen de verhoudingen pas goed in kaart worden gebracht als de meeste clubs hun jaarcijfers hebben gepubliceerd. Deze financiële verslagen verschijnen zes tot twaalf maanden na afloop van het seizoen.
Van de achttien clubs die in de jaargang 2021/22 in de Eredivisie speelden, hebben er inmiddels vijftien hun gegevens gepubliceerd. Alleen Vitesse, Fortuna Sittard en het gedegradeerde PEC Zwolle ontbreken nog. Het klassement op basis van de loonkosten ziet er als volgt uit: