‘Zijn we er tóch ingetuind…’ Als die woorden van Herman Kuiphof nog eens door Nederlandse huiskamers schallen, krijgt menig babyboomer spontaan een huivering over het hele lichaam. En de beelden van dat oerlelijke doelpunt, waarmee de nachtmerrie werkelijkheid werd… Nee, liever niet. Bij de oosterburen is onze duivel selbstverständlich hun engel. Gerd Müller is zondag op 75-jarige leeftijd overleden. Daarom brengen we dit verhaal van eind 2020 over de Duitse doelpuntenmachine gratis in de rebound.
Sinds 2015 leed de beul van het Oranje van 1974, algemeen beschouwd als een van de beste voetbalploegen aller tijden, aan Alzheimer. Duitsers hebben het nog graag over die wereldtitel, over zijn gloriejaren die ook gloriejaren waren voor Bayern München en Die Mannschaft. Maar alle goals die de ultieme afmaker met hoofd, billen, rug, knieën of voeten heeft gemaakt, was Müller zelf in zijn laatset jaren stuk voor stuk vergeten.
'Hij is altijd een vechter geweest, is zijn hele leven dapper geweest. Dat is hij nu ook'
Het zijn er heel wat geweest. Al vanaf zijn jongste jeugd was duidelijk dat in het kleine, gedrongen kereltje – zijn ontdekker Zlatko Cajkovski noemde hem zelfs kleines dickes Müller – een uitzonderlijke doelpuntenmaker schuilde. In het juniorenteam van TSV Nördlingen scoorde hij eens 197 keer, in één seizoen… Opdat de herinnering aan de legende nooit zal vervagen in het publieke geheugen: een portret van de man die er heel lang in slaagde de buitenaardsen uit Rosário en Funchal voor te blijven. En dan te bedenken dat Gerd Müller al na het WK 1974, hij was pas 28 jaar, een punt achter zijn interlandloopbaan zette. Hij stond op dat moment op 68 goals in 62 duels, als hij in dat tempo nog een tijdje was doorgegaan...