Er was een tijd dat Nico-Jan Hoogma niet naar vrouwenvoetbal kon kijken. ‘Het waren geen atleten’, zegt de technisch directeur van de KNVB. Dat is nu wel anders. Hoogma is in Frankrijk om het WK te bekijken en heeft van de Leeuwinnen genoten. Een vraaggesprek met de oud-prof over de ontwikkeling van de sport en de rol van de KNVB daarin.
Hoe heeft u dit WK naar de Leeuwinnen gekeken?
‘We zijn Europees kampioen geworden, dat zorgt voor extra druk. Dat zag je al in de kwalificatiereeks en ook tijdens de eerste wedstrijden. Er wordt nu anders naar de Leeuwinnen gekeken en er mag ook steeds meer van ze worden verwacht. We hebben speelsters die de finale van de Champions League hebben gespeeld, anderen spelen in topcompetities en we hebben met Vivianne Miedema de topscorer van de Engelse competitie. Er zit nogal wat kwaliteit in dit elftal. De eerste wedstrijden zag je de spanning in het spel, maar qua punten hebben we het in de poule uitstekend gedaan. Ik snap heel goed dat we ons naar buiten toe in de underdogrol hebben gemanoeuvreerd, maar intern leeft de ambitie tot grootste prestaties te komen enorm, kan ik je vertellen. En op voorhand vond ik ons, na de VS, bij de kanshebbers horen.’
De Leeuwinnen worden steeds serieuzer genomen. Doet de KNVB dit ook?