Schoon schip in Breda. Na de gezonken TitaNac durft NAC de open zee weer op. Met het reddingsvest om weliswaar. Over het oppoetsen van een geschonden blazoen.
Terwijl Robin Schouten een panklare voorzet aflevert op Finn Stokkers en laatstgenoemde de bal op acrobatische wijze achter de RFC-doelman werkt, keuvelen twee vrouwen van middelbare leeftijd over het nieuwe NAC. Schouten en Stokkers, dat klinkt vertrouwd, daar worden ze oprecht blij van. Het zijn wel geen Brabanders, maar wel oer-Hollandse no-nonsense jongens. Schouten en Stokkers zijn op hun plek bij NAC, dat zie je. Logische aanwinsten met een NAC-profiel. Elf gasten van dit soort en Breda schaart zich weer massaal achter de gevallen trots van de stad. NAC smacht naar een herkenbare smoel en de dames laten dat in duidelijke bewoordingen blijken. ‘Die namen van nieuwe spelers worden ieder jaar moeilijker’, verzucht het duo, dat al menig voorbereiding van De Parel van het Zuiden van nabij gevolgd heeft. Ze blijken zich verdiept te hebben in de vernieuwde selectie. ‘Azzagari, Agougil, Kudimbana en weet je wat het grootste probleem is? Voor je de namen onder de knie hebt, zijn ze alweer vertrokken.’ Ook na een abominabel seizoen staan ze op een zomerse dinsdagavond langs een amateurveld. Om hun nieuwe NAC te leren kennen. Klagend, maar uit pure clubliefde.