Na twee kortstondige trainersklussen in Italië en Engeland, komt Frank de Boer (48) ook bij Atlanta United moeizaam op gang. Het heeft het vertrouwen in zichzelf en in een ommekeer niet aangetast. Voetbal International nam poolshoogte in de Verenigde Staten.
Met een wijds gebaar wijst Frank de Boer op de geneugten van zijn nieuwe leven. We zitten in het hoofdgebouw van het trainingscomplex van Atlanta United en glazen wanden bieden uitzicht op zes strak getrimde velden. Binnen glimt een hypermodern krachthonk en een chic spelersrestaurant de bezoeker tegemoet. Het gekwetter van vogels waait naar binnen, eekhoorns rennen buiten in het rond. De hectiek en het constante verkeersinfarct van de binnenstad zijn hier, 25 kilometer ten noorden van downtown Atlanta, ver te zoeken. Twee slagbomen bij de ingang bewaken de rust. ‘Weet je hoe laat het leven hier op gang komt?’, vraagt De Boer retorisch. ‘Om vijf uur ’s ochtends. Dan komt de kitmanager binnen. Die zit elke ochtend voor zonsopgang in de gym. Samen met mijn Amerikaanse assistent-coach, Rob Valentino. Iedere medewerker hier is topfit. Dat is de Amerikaanse sportcultuur. Die zie je terug in alle lagen van de club.’