Roberto Mancini zal de komende tijd een belangrijk doelwit zijn van clubs die op zoek zijn naar een nieuwe, erkende toptrainer. De man die Man City-new style naar zijn eerste landstitel leidde en Italië in 2021 Europees kampioen maakte, zal nog lang niet vergeten zijn na zijn mislukte bondscoachschap in Saoedi-Arabië. Maar laten we vooral niet de voetballer Mancini vergeten, die machtig mooie aanvaller met die machtig mooie techniek.
Zijn zestigste verjaardag – op 27 november 1964 kwam hij ter wereld in Jesi, een stipje in het hart van de regio Marche – grijpen we dan ook met alle plezier aan om de 36-voudig international weer eens in het volle licht te plaatsen. Met de VI-Tijdmachine reizen we terug naar 20 mei 1992, als Roberto Mancini met zijn grote liefde Sampdoria de finale om de Cup met Grote Oren heeft bereikt, maar die verliest van het Barcelona van Johan Cruijff en matchwinner Ronald Koeman.
TROUWE VRIEND
Ronald Koeman zet zich achter de bal, het muurtje van Sampdoria-spelers siddert bij de gedachte aan de kanonskogel die spoedig zal volgen, maar smokkelt in de tussentijd toch stiekem wat centimeters. Een moedig drietal probeert zich na het fluitsignaal met ware doodsverachting in de baan van het schot te werpen. Maar het gebeurt toch, keeper Gianluca Pagliuca hoort achter zich de inslag. De helblonde doelpuntenmaker slaat zijn handen van geluk voor de ogen en Cruijff verslikt zich bijna in het reclamebord waarachter hij zich 112 minuten lang heeft zitten opvreten van de spanning. Ach, de beelden zijn wel bekend. Het Catalaanse Dream Team van Nederlandse makelij wint op Wembley zijn eerste Europa Cup I. De kroon op Cruijffs meesterwerk.
'Ik wil bij Sampdoria worden wat Gianni Rivera voor AC Milan was', klinkt het vol bravoure