Ineens dook hij vorige maand op bij VVV-Venlo: oud-international Romeo Castelen (34). Na avonturen over de hele wereld voelde hij zich nog niet klaar om te stoppen. In Limburg wil de rechtsbuiten verloren tijd inhalen en medespelers de lessen meegeven die hij leerde tijdens zijn boeiende tocht over de velden.
Dan heet je Romeo Castelen, ben je 34 jaar, kwam je tien keer uit voor het Nederlands elftal, heb je alles in het voetbal gezien en meegemaakt, het spel gespeeld van Noord-Rusland tot Zuid-Australië, en dan schiet je op een vrijdagmiddag in de Venlose vrieskou een bal in de kruising tijdens een trainingspartijtje. En wat doe je dan: je tanden bloot lachen en genieten, ongegeneerd genieten. De sensatie van een ruisend doelnet gaat nooit weg. Niet als je Romeo Castelen heet. ‘Voetbal is zo’n prachtig spel’, zegt hij, alsof hij het zojuist voor het eerst heeft gespeeld. ‘Ik kan er nog geen genoeg van krijgen.’
‘Ik heb het lot kalm gedragen. Als je je moeder, je zus en je tante verliest bij de Surinaamse vliegramp, leer je wel relativeren’
Hij is terug in de Eredivisie bij VVV-Venlo, waar hij als speler van ADO Den Haag ooit debuteerde in het betaalde voetbal. Dat was nog in het guldentijdperk. Nu moet Castelen de Eredivisie-speler zijn met de meeste vliegtuigkilometers achter zijn naam. ‘Ik ben blessed’, verzucht hij een paar keer, terwijl hij vertelt over zijn roerige reis.