Manchester City heeft inmiddels 457 miljoen euro aan transfers uitgegeven om de transformatie met Pep Guardiola te laten slagen. Een van de grote slachtoffers van de koerswijziging leek Sergio Agüero te worden, zeker na de komst van Gabriel Jesus. Niets bleek minder waar. Concurrenten zijn partners in crime geworden. Over de gewonnen strijd van de Argentijnse topschutter.
Het moment van de wisseling van de wacht leek vorig jaar februari aangebroken. Vanaf de bank zag Agüero the new kid on the block schitteren. Op zijn plek, als enige spits in het systeem van Manchester City. Jesus scoorde bij zijn eerste twee basisplaatsen in de Premier League tegen West Ham United en Swansea City direct drie keer en bevestigde daarmee dat hij het type aanvaller was waar Pep Guardiola naar zocht. Een meevoetballende spits, een combinatiespeler die zich ook graag laat uitzakken en iemand die vrijwel voortdurend afjaagt. Agüero was te eendimensionaal, luidde de kritiek van buitenaf en te veel de pure afmaker om in het ideaalplaatje van Guardiola te passen. Project Pep was niet voor Agüero weggelegd.