Er zijn twee manieren om naar Frenkie de Jong te kijken. Je kunt hem zien als de beste voetballer in een rondo of partijspel, meesterlijk in korte combinaties en technisch perfect. Maar hij is ook een balverliefde spelvertrager, iemand die met een denkbeeldige cirkel om zich heen speelt. Binnen die cirkel vindt de magie plaats: de dribbels, de subtiele passjes, het draaien en keren. Daarbuiten wachten zijn medespelers geduldig totdat hij een beslissing neemt.
De Jong maakt het spel klein, zodat hij het vervolgens groot kan maken. Hij speelt met een ongeremde spontaniteit, als een kind dat onbevangen geniet van achter de bal aanrennen. Het is niet alleen prachtig om naar te kijken, het heeft ook een duidelijke functie, vooral in teams die gericht zijn op balbezit en het spel af en toe in een vertraagde cadans willen brengen.