Bijna een jaar nadat de Rus Valeriy Oyf zich terugtrok, staat de licentie van Vitesse nog altijd op het spel. De overname van de aandelen door een Amerikaanse investeerder, op 8 september al aangekondigd, is nog altijd niet goedgekeurd door de KNVB. Intussen bereikt een slepend hoofdpijndossier zijn climax: de bonje met Gelredome.
Dat zit zo: in 2018 zegde Vitesse de huur voor het in 2023 aflopende contract alvast op. De clubdirectie wilde zo voorkomen dat het huurcontract nog eens automatisch met twintig jaar werd verlengd tegen dezelfde voorwaarden. Vitesse was ontevreden. Over de prijs vooral. Twee miljoen euro per jaar is te hoog, zo vinden de Arnhemmers, die als onderhuurders alleen op wedstrijddagen gebruik mogen maken van het stadion. Voor de rest maakt de Exploitatiemaatschappij Gelredome, de hoofdhuurder, de dienst uit in het multifunctionele complex dat 25 jaar geleden werd neergezet door de juwelier Karel Aalbers.
Uiterlijk 1 maart wil de KNVB duidelijk hebben of de op één na oudste club van de Eredivisie volgend seizoen een stadion heeft om in te voetballen. Zoals het er nu voorstaat niet
Met de actie hoopte Vitesse de stadioneigenaar te dwingen tot verlaging van de prijs. Maar dat is niet gebeurd. Integendeel. De eigenaar van het gebouw, de Amsterdamse stenenreus Michael van de Kuit, reageerde verbeten op de eisen. Deze vastgoedinvesteerder uit de Quote 500 heeft Gelredome in 2018 niet overgekocht van de Rabobank om meteen de belangrijkste inkomstenstroom te halveren. Van de Kuit beschouwt Vitesse, ook op basis van eerdere reddingsacties, als een rupsje-nooit-genoeg. Hij noemde de huuropzegging ‘een kamikazeactie’.