‘Het was de hand van God’, stamelde het voetballende straatschoffie uit Montevideo dronken van geluk. ‘De hand van de duivel’, kopte een krant in Kaapstad de volgende ochtend op zijn voorpagina. Luis Suárez was in de zomer van 2010 nog Ajacied en nog niet wereldwijd berucht als draaideurcrimineel, maar het eerste continent kon zijn bloed al drinken.
Robbery was van Kaapstad in het diepe zuiden tot het Tunesische Ras ben Sakka in het uiterste noorden, van de Kaapverdische eilanden in het westen tot Mauritius in het verre oosten een aantal weken een veel gebruikt woord. Heel Afrika was het er namelijk wel over eens: Ghana was beroofd van een plaats in de halve finale van het WK. Waardoor ook op eigen grond geen plek bij de laatste vier was weggelegd.
'Wij huilden van verdriet en degene die net vals had gespeeld stond op datzelfde moment een feestje te vieren. Of ik hem dat ooit kan vergeven? Nooit. Nooit!'