Met pijn in het hart liet Heracles Almelo onlangs aanvoerder Joey Pelupessy naar Sheffield Wednesday vertrekken. Hij was alweer de zesde basisspeler die in het afgelopen half jaar het Polman Stadion verliet. Het zoveelste succesverhaal van de club waar scouten een kunst is. Hoe slaagt Heracles er zo vaak in om de juiste groeibriljantjes naar Almelo te halen, om ze vervolgens na een poosje voor een mooie prijs weer te verkopen?
Zondag 21 januari 2018. Waar voetbalminnend Nederland het had over de ietwat tegenvallende Klassieker in De Arena, was het ook de dag van Sebastian Jakubiak. Een middenvelder die 24 jaar geleden werd geboren in het Duitse Hanzestadje Lübeck en nog niet eens zo lang geleden zijn profdroom min of meer had opgegeven. Nu vond hij zichzelf terug op het wedstrijdformulier voor het treffen met koploper PSV.
Heracles is de handige klusjesman die voor weinig geld een opknapper koopt, een paar maanden aan de auto sleutelt om er vervolgens goud geld mee te verdienen
Het betrof zijn basisdebuut in competitieverband voor Heracles Almelo. De Duitser speelde in de jeugd van Hamburger SV en Sankt Pauli, maar raakte meermalen zwaargeblesseerd. Voordat Heracles hem afgelopen zomer oppikte, speelde hij bij Rödinghausen in de Regionalliga. Jakubiak was een amateur van begin twintig en moest toch maar eens voorzichtig gaan nadenken over een maatschappelijke carrière. Inmiddels mag hij zich – tot zijn eigen verbazing – profvoetballer in Nederland noemen.
Dat heeft hij te danken aan het uiterst simpele, maar effectieve transferbeleid van Heracles. De opknapclub van Nederland heeft een getraind oog voor vergeten en miskend talent. De scouting weet jaarlijks de pareltjes uit de Jupiler League op waarde te schatten én durft met amateurs in zee te gaan. Tegen PSV bestond het Almelose middenveld uit een voormalig amateur (Jakubiak), een ex-medewerker van een autogarage (Reuven Niemeijer) en een voormalige fabrieksmedewerker (Jamiro Monteiro). Het is het lot én de kracht van een club met weinig financiële middelen. ‘Wat moeten we anders?’, vraagt directeur Nico-Jan Hoogma terecht. ‘Wij zijn een relatief kleine club met minimale middelen. Dan gaat het om goed scouten. Daar zijn we aardig bedreven in geworden.’