Vaste basisspeler bij je club en breekijzer bij het Nederlands elftal: veel topspitsen kunnen erover meepraten. Luuk de Jong, Wout Weghorst, Pierre van Hooijdonk en Youri Mulder over het dubbelleven van de nationale pinchhitter. ‘We winnen nooit een prijs voor elegantie, maar staan altijd hoog in de topscorerslijsten.’
Luuk de Jong schiet er zelf van in de lach, gevraagd naar de paradox van de pinchhitter. Zijn hoofdtaak bij Oranje is helder: als invaller de boel openbreken waar het vastzit, oftewel goals forceren in de slotfase. Hoe succesvoller hij daarin is, hoe groter de kans dat het als zijn specialisme wordt aangemerkt. Met afnemende kansen op een basisplaats. ‘Soms denk ik dat ik als invaller niet te véél moet scoren’, grijnst De Jong in het trainingskamp van Oranje. ‘Want dan word je alleen nog gebruikt als supersub. Maar zonder gekheid: ik weet wat mijn rol is bij het Nederlands elftal. Daarnaast heeft de bondscoach aangegeven dat er óók wedstrijden denkbaar zijn waarin ik kan starten. Interlands waarin we veel op de helft van de tegenstander zullen spelen en veel ballen in het strafschopgebied kunnen verwachten. Maar tot nu toe probeer ik vanaf de bank, zodra dat nodig is, Plan B zo goed mogelijk in te vullen. Zo sta ik erin bij het Nederlands elftal. Ik kom altijd met hetzelfde gevoel binnen. Of ik nou in de basis sta of inval, in beide gevallen moet ik klaar zijn om te doen wat er van me wordt verwacht.’