Met het ontslag van Marcel Keizer dacht Ajax het tij te keren. De landstitel werd nog maar eens krachtig als missie geformuleerd, maar de achterstand op koploper PSV is inmiddels zelfs verdubbeld. Het zwalkende beleid zorgt voor een structurele prijsdroogte.
Bij sommige spelers hingen de kopjes omlaag, anderen keken elkaar met verwijtende blikken aan, terwijl doelman Andre Onana zijn frustraties van zich afschreeuwde. Het was twaalf minuten over half vier in Arnhem en de spelers van Ajax wisten het even allemaal niet meer. Enkele tellen eerder was een ogenschijnlijk simpel driehoekje achterin totaal mislukt, met knullig balverlies van Maximillian Wöber tot gevolg. Bryan Linssen strafte de fout genadeloos af, waardoor Ajax met 2-0 achter kwam. In het restant van de wedstrijd probeerde Ajax het nog op hoop van zegen, maar van goed voetbal of overtuiging was allang geen sprake meer. Vitesse zette de Amsterdammers opnieuw te kijk, deze keer met een 3-2 zege, en de Ajacieden dropen af. Vanuit het uitvak met meegereisde supporters volgden wegwerpgebaren, witte zakdoekjes en boze, maar bovenal teleurgestelde kreten.
De maand maart is pas net begonnen, maar het seizoen van Ajax is al zo goed als ten einde. Na de blamage in de Europa League en de afgang in de KNVB Beker dreigt nu ook een regelrechte teloorgang in de Eredivisie. De zwalkende en dolende uitvoering op het veld in de Gelredome was een pijnlijke confrontatie met het heden. Voor de achterban, de technische staf, de spelers, maar bovenal de clubleiding. Hoog in het stadion moesten algemeen directeur Edwin van der Sar en directeur spelerszaken Marc Overmars lijdzaam toezien hoe Ajax een wedstrijd vol tekortkomingen afwerkte. De hoop op een succesvolle inhaalrace is vervlogen, wat rest is een strijd met AZ om de tweede plek. Het staat in schril contrast met de overtuiging en bravoure van het recente verleden, waarin een koerswijziging als allesbepalend redmiddel werd gepresenteerd.