Spanje en Duitsland zijn de landen die op het EK het leukste en beste voetbal hebben laten zien. Te vroeg stonden twee favorieten voor de eindzege vrijdag tegenover elkaar in Stuttgart. Op een waanzinnige avond nam de voetbalwereld afscheid van monument Toni Kroos.
‘Toni, Toni, Toni, Toni…’ Nog één keer scanderen tienduizenden in zwart-wit gestoken supporters massaal de naam van Toni Kroos. Het is vrijdag,19.45 uur in de Stuttgart Arena. We schrijven de 86e minuut van de kraker tussen Spanje en Duitsland. Het is een vibrerende zomeravond en de kwartfinale tussen de twee giganten is de meeslepende voetbalthriller geworden waar iedereen op hoopte. Het is een EK-finale, die veel te vroeg in het toernooi komt.
La Roja leidt met 1-0 als de 34-jarige Kroos – hij is sinds 1 juli clubloos, maar nog niet werkeloos - zijn voetbalpensioen hoopt uit te stellen met een vrije trap op de rand van het strafschopgebied. Het leidt tot niets meer dan een corner, maar de variant die Kroos bedenkt levert niets op. De middenvelder blijft evenwel lopen en wijzen, ballen opeisen en het spel verdelen. Hij is al zijn hele voetballeven het distributiecentrum in de teams waarvoor hij speelde. Dus gaat het via Kroos van links, naar rechts en weer terug. En dan in de 89e minuut vindt hij Maximilian Mittelstädt. De voorzet volgt, Joshua Kimmich kopt terug en Florian Wirtz schiet raak. Het stadion ontploft. Kroos kijkt omhoog, het EK winnen, de enige prijs die hij niet won; het kan nog.