Anco Jansen (32) zit tegenwoordig regelmatig tussen zijn wedstrijden door met zijn gezin op het strand. Dat is een stuk rustiger dan zijn afgelopen seizoen. De Messi van de Meerdijk begon als aanvoerder van FC Emmen, vertrok bij de club en stond niet veel later met NAC tegenover zijn voormalige werkgever in de play-offs. Hij benutte een strafschop in de serie, waardoor FC Emmen degradeerde. Dat leidde na afloop nog bijna tot een confrontatie met de supporters.
Jansen kreeg die avond en de volgende dag zelfs politiebegeleiding. Niet veel later pakte hij zijn koffers en stapte hij in het vliegtuig richting Azië voor een nieuwe uitdaging bij PSM Makassar. Welkom in het Indonesische avontuur van Jansen.
‘Ik had alles wel zo’n beetje gezien in Nederland. Ik ben gepromoveerd, gedegradeerd en heb een aantal jaren laten zien dat ik een Eredivisie-waardige speler ben. Na mijn blessure liep het vorig seizoen een tijdje wat minder. Op een gegeven moment vond ik het wel mooi geweest. Wat had ik eigenlijk nog te doen in Nederland? Weinig. Een club als Ajax ging in ieder geval niet meer komen.
Wiljan Pluim gaf al een paar jaar aan: kom lekker bij PSM Makassar voetballen. We kennen elkaar al van kleins af aan uit Zwolle en hebben later nog een tijdje samen bij Roda gespeeld. Hij vertelde me dat het leven, het klimaat en het geld goed is in Indonesië. De jaren hiervoor speelde ik in de Eredivisie en had ik er nog geen trek in, maar nu dacht ik: als ik nog een keer wat wil, moet ik het nu doen. Ik wilde sowieso niet alleen, dus het was ook een mooie bijkomstigheid dat onze vrouwen en kinderen goed met elkaar zijn. Ik was er snel uit en ben die kant op gevlogen.
Toen ik uit het vliegtuig stapte, dacht ik: kolere, wat is hier warm! Je krijgt zo’n ontzettende klap, dat is niet normaal. Eerst moest ik nog even in quarantaine in Jakarta en daarna ben ik richting de stad Makassar op het eiland Sulawesi gegaan. Daar was het gewoon nog warmer dan bij mijn aankomst op Jakarta. De luchtvochtigheid is er ook extreem hoog. De eerste trainingen stond ik om de tien minuten aan de kant met een blok ijs in mijn nek. Ik ben er inmiddels wel wat beter aan gewend, maar soms is het hier echt happen naar adem.