Atlético de kansen en Real de drie punten
Bijna negentig minuten lang stond Real Madrid onder druk bij Atlético Madrid. Maar dankzij doelman Iker Casillas en drie dodelijke tegenaanvallen won De Koninklijke met ruime cijfers.
Vol ongeloof keken de supporters van Atlético na afloop naar het scorebord van hun Estadio Vicente Calderón, want na afloop stond daar met grote letters te lezen dat aartsrivaal Real met 0-3 was komen winnen. Op het veld was van een dergelijke krachtsverhouding niets terug te zien. Vanaf de aftrap was Atlético de ploeg die de bezoekers onder druk zette en met grote regelmaat kansen creëerde. Real was blij met tegenhouden en hopen op een tegenaanval.
Atlético kreeg volop kansen. Vooral Fernando Torres schiep zich heel wat mogelijkheden, maar met kunst- en vliegwerk lukte het doelman Iker Casillas om zijn doel schoon te houden. Ook de debuterende en zeer gedreven spelende Jesper Grønkjær lukte het niet de Spaanse keeper te passeren, terwijl Salva, Aguilera en Ibagaza eveneens op de sluitpost stuitten.
Dankzij Casillas mocht Real met een 1-0 voorsprong de rust in, waar een 1-1 score op zijn minst verdiend was en een 2-1 of 3-1 voor Atlético beter bij het spelbeeld hadden gepast. Ronaldo was de maker van die ene goal. Het Dikkertje rondde zeer beheerst een voorzet van Roberto Carlos af, eigenlijk de enige uitbraak van de merengues in de eerste 45 minuten.
Na rust zouden er ondanks het overwicht van de rojiblancos nog twee uitbraken volgen en evenzovele treffers. In de 81ste minuut kreeg Santiago Solari zomaar de bal in zijn voeten, waarna hij doelman Leo Franco omspeelde. En drie minuten later zette Zinedine Zidane Ronaldo alleen voor Leo Franco, die de bal door zijn benen in zijn doel zag verdwijnen.