De beste, de mooiste en meest onvergetelijke in 26 jaar Premier League
November is voor Voetbal International de Maand van het Engelse voetbal. In onze speciale Premier League-special komen onder de noemer Fabulous Fifty de vijftig meest memorabele spelers uit die grootste voetbalcompetitie op aarde voorbij.
Bezoekers van VI.nl konden de voorbije dagen op hun vijf favorieten stemmen en wat blijkt? Dennis Bergkamp is met afstand de meest bijzondere. In een voorgaande Engeland-special haalde de stilist zijn eigen herinneringen op aan zijn hoogtijdagen op Highbury. ‘Heb ik Arsenal veranderd? Ja.’
*Amsterdam, 10 mei 1969
PREMIER LEAGUE-DUELS (GOALS) 315 (87)
CLUBS 1986-93 Ajax (Ned), 1993-95 Internazionale (Ita), 1995-2006 Arsenal
KAMPIOEN 1998, 2002, 2004 PREMIER LEAGUE-SPELER VAN DE MAAND Augustus 1997, September 1997, Maart 2002, Februari 2004
Het was 2005. Er hing een dunne deken van dauw boven het gemillimeterde gras, precies zoals hij het herinnerde uit zijn jeugd. Arsenal had zojuist de inhaalwedstrijd tegen Everton met 2-0 gewonnen. Buiten dwarrelden bladeren op de stoep. De herfst diende zich aan. In de setting herkende Dennis Bergkamp de symboliek. Nog even en hij zou afscheid nemen, na twintig jaar profvoetballer te zijn geweest. Hij keek om zich heen op Highbury, het stadion van zijn dromen, en vatte alles samen in één zin. ‘Deze plek is zoals het moet zijn.’
Diezelfde avond slenterde er een man met een gekromde rug en de uitstraling van een overjarige rockartiest langs kooplui en kraampjes vol vettigheid. Met gespeelde verontwaardiging zei hij: ‘Die Dennis van jullie jaagt mij wel op kosten.’ Hij wees met twee duimen op de achterkant van zijn shirt naar de tekst die doorliep op de mouwen.
Remember there’s only one Dennis Bergkamp.
‘Ik moest per letter betalen.’
De traditie
Precies tien jaar later komt de geschiedenis tot leven wanneer Dennis Bergkamp zijn ogen langs een fotogalerij laat glijden. Hij mag dan de naam hebben een ijskonijn te zijn; weinig voetballers ontwikkelden zo’n fijn gevoel voor detail als hij. Zorgvuldig rangschikte de oud-international tientallen indrukken in zijn geheugen. Met een zachte, nostalgische klank in zijn stem vertelt hij over de dagen dat The Gunners thuis speelden. Hoe hij uit de bus stapte en vlak voor de stenen trap van de in art deco-stijl opgetrokken hoofdingang altijd even opzij keek, naar de fans die door de arbeiderswijk krioelden. En dan naar links, waar hij zijn vrouw en kinderen zag. ‘Zij gingen vaak wat eerder naar het stadion, om sfeer te proeven en een broodje worst te eten. Dat was een traditie.’
Keep off the pitch, stond er op een rood bordje. Haastig kwam de terreinknecht aanzetten met een stuk hout. Grote aankoop of niet, iedereen moest de huisregels eerbiedigen
Daarna betrad hij de Marble Halls, met de afbeelding van een rood kanon in de blinkende vloer en het borstbeeld van erevoorzitter Herbert Chapman in de geboogde nis. ‘Die ruimte ademde klasse.’
Aan de rechterkant lag de kleedkamer, waar het de vooruitgang nooit was gelukt de houten banken weg te krijgen. Bergkamp had zijn vaste stek aan de korte kant, de middelste van drie plaatsen. Voor iedereen waren er twee ijzeren haakjes. In de witte muren hingen rode kantelramen. Spits Ian Wright, de grootste humorist van het stel, maakte er een sport van voorbijlopende supporters soms even op te naaien. Bergkamp: ‘Het is weleens gebeurd dat de politie binnenkwam om te vragen of het misschien een toontje lager kon. Dan was het een beetje onrustig geworden op straat.’
Als Engeland the home of football is, dan is Arsenal toch zeker de huiskamer. Eenvoud en allure onder hetzelfde dak. Tussen 1995 en 2006 vond Bergkamp daar alles wat hij als purist wenste. Een stadion tussen de popperige huisjes van de working class, in de wijk die Highbury heette. Twee monumentale gevels in de kleuren rood en wit aan de oost- en westzijde. Een nauwe en onooglijke spelerstunnel vol elektriciteitskabels, waar de tv-camera’s niet kwamen en de wet van de intimidatie heerste. Klassieke tribunes, waarvan de onderste rij stoelen onder de oppervlakte lag. Kinderen hingen er zwijmelend met hun armen over de gebladderde reling.
Bergkamp zag de grasmat en was op slag verkocht. Op de dag dat hij in Londen tekende, werd hij meegetroond voor een fotosessie in het stadion. Keep off the pitch, stond er op een rood bordje. Haastig kwam de terreinknecht aanzetten met een stuk hout. Grote aankoop of niet, iedereen moest de huisregels eerbiedigen. ‘Aan de foto’s die de volgende dag in de kranten verschenen, kon niemand zien dat ik op een plank stond en niet op het gras. Ik vond het wel mooi. Toen wist ik: Dit veld is echt heilig.’
‘Je moest na een sprint af en toe vol in de remmen omdat het publiek zo kort achter het doel zat’
Arsenal stond bekend om de geringe afmetingen: 100 bij 67 meter. ‘Dat wist ik niet toen ik kwam’, zegt Bergkamp. ‘Je moest na een sprint af en toe vol in de remmen omdat het publiek zo kort achter het doel zat. Ik speelde mijn eerste oefenwedstrijd tegen Inter, een onderdeel van mijn transfer. Toen vond ik de ruimtes wel behoorlijk klein, maar dat kon ook met Inter te maken hebben. Daarna kwam West Ham United op bezoek en nog steeds was er weinig ruimte. Je merkte vooral het verschil toen we voor de Champions League naar Wembley gingen. Dat veld was vijf meter langer. Wij, de aanvallers, vonden dat wel lekker. De verdedigers klaagden erover. Zij wilden graag compact spelen en hadden dus meer baat bij dat beroemde kleine veld van ons.’
Volgens de overlevering waarden er geesten rond op Highbury, zoals het Arsenal Stadium uit 1913 in de volksmond werd genoemd. Tijdens de bouw van de North Stand viel een werkpaard van de eerste ring naar beneden. Het dier werd ter plekke begraven. Vreemd genoeg haalden arbeiders tachtig jaar later bij de renovatie geen botresten uit de grond tevoorschijn, maar wel twee roestige hoefijzers. Dat zou een teken van geluk moeten zijn, zeiden de mensen. Even later won Arsenal onder leiding van Dennis Bergkamp voor het eerst sinds 1971 de dubbel. En daar kwam nog veel meer moois bij.
‘Als jeugdspelertje was ik al bezig met die details. Ik vond het heerlijk om mijn eigen schoenen schoon te borstelen’
Bergkamp groeide op met het tv-programma Voetbal ’80 van Felix Meurders, waarin regelmatig beelden van het Engelse voetbal te zien waren. Zo ontdekte hij Glenn Hoddle, de sierlijke vormgever van Tottenham Hotspur bij wie het voetbalshirt altijd over zijn broek hing. ‘Dat was mijn favoriete speler. Omdat hij zich wist te onderscheiden. Later circuleerde het verhaal dat ik als kind fan was van Spurs, de grote rivaal van Arsenal. Een misverstand. Mij ging het alleen om Hoddle.’
Jaarlijks werd de FA Cup-finale uitgezonden, met zijn rode loper op Wembley en koninklijke grandeur. Het duurde uren en verveelde geen moment. Zijn interesse was gewekt. ‘In mijn eerste herinnering zie ik groene velden, een beetje drassig vaak. Ook het soort voetbal, met buitenspelers die voorzetten gaven, en het moordende tempo maakten indruk. Het was allemaal net even anders dan het Duitse voetbal dat we op zaterdagmiddag zagen. En zeker anders dan de Nederlandse competitie.’
Eenmaal als kanonnier in Londen bleek dat beeld te kloppen. ‘Als ik het kort zou moeten samenvatten, is het de strijd, de volle stadions, dat gras, het applaus als je een bal met een sliding binnen weet te houden, die bemoedigende tikjes op je schouder als je tussen de toeschouwers terechtkomt omdat die tribunes zo dicht op het veld staan… Dit alles zorgt voor de sfeer die het Engelse voetbal uniek maakt. Passie. Ja, dat ene woord dekt wel de lading. In Nederland moet je goed zoeken naar echte liefhebbers. In Engeland vind je er genoeg.’
Hij hield van de kleuren rood en wit, de gestreepte kousen. In het laatste jaar van Highbury droeg Arsenal dieprode shirts, als eerbetoon aan de begintijd. De elftalfoto van 93 jaar eerder werd opnieuw gemaakt. The Final Salute. De opstelling moest exact hetzelfde zijn. ‘Van dat soort details was ik erg gecharmeerd’, zegt Bergkamp. ‘Die lettertjes in je kraag. Latijnse woorden. Ik was ook altijd heel benieuwd naar het uitshirt. En het derde shirt. Of het allemaal aansloot en paste en klopte.’
Bergkamp is een traditioneel mens. Hij weigerde bijvoorbeeld mee te lopen in de parade van gekleurde schoenen die in de 21ste eeuw steeds meer in zwang begonnen te raken. Zwart moesten ze zijn, met een wit logo. Zijn sponsor Reebok heeft weleens geprobeerd hem over te halen. Maar zelfs een rood streepje vond hij eigenlijk al te ver gaan.
‘Als trainer vind ik dat een van de moeilijkste dingen om over te brengen. Ik denk weleens: Wat zeur je nou? Vroeger was dat leer bruin en werd het zwart gemaakt. Nu zijn ze groen, of roze. Dus waar praten we over? Maar toch… Schoenen met kleurtjes; dat voelde gewoon niet goed.’
‘Op een gegeven moment dacht ik: Als dit het is, dan denk ik dat ik op mijn 28ste klaar ben met voetballen. Ik haalde er geen plezier meer uit. Maar bij Arsenal kwam dat heel snel terug’
Meestal versleet hij niet meer dan twee paar per seizoen. Hij lette er scherp op dat zijn spullen goed verzorgd werden. ‘Vic Akers, onze kitman, was een van mijn beste maatjes. Als het team ging vliegen naar uitwedstrijden, reed hij met mij mee. We gingen regelmatig samen golfen. Het maakt mij geen reet uit of je de president bent of de materiaalman; het gaat mij om het karakter. Of iemand echt is. Ik kon heel erg goed met Vic opschieten. Daarnaast was ik ook oprecht geïnteresseerd in wat ze deden. Als jeugdspelertje was ik al bezig met die details. Ik vond het heerlijk om mijn eigen schoenen schoon te borstelen. Later eiste ik ook van anderen dat zij het net zo zorgvuldig deden. Maar bij Vic hoefde ik me daar nooit zorgen over te maken.’
‘Thierry Henry vond het geen enkel probleem om elke wedstrijd nieuwe schoenen te dragen. Uit de doos, aantrekken en hup, spelen. Ik kon dat niet. Het moest altijd op de ouderwetse manier. Eerst even in bad zitten, zodat die schoenen naar je voeten gingen staan. Kranten erin. Opdrogen. Likje vet eroverheen. Twee tot vier keer ermee trainen, het liefst op een nat veld. En dan waren ze klaar voor een wedstrijd.’
De verandering
In Engeland wordt Bergkamp – ook door degenen die geen Arsenal-fan zijn – unaniem beschouwd als de buitenlander die in de Premier League de meeste impact heeft gehad. Hij grossierde in bijnamen. The Dutch Master, The Iceman, Berg-Champ, Dennis the Menace of, vanwege zijn vliegangst, The Non-Flying Dutchman.
Op de website van Arsenal is het intro van zijn portret veelzeggend. ‘Je zou één pagina kunnen vullen met een lijst van beeldschone doelpunten, twee pagina’s met doelpunten die zijn signatuur dragen en een woordenboek met superlatieven. Dennis Bergkamp, is, quite simple, a legend of the game.’
‘Het ging heel ver, ja. Ik heb spandoeken gezien met de tekst: Why fly if you can walk over water? Dat soort dingen’
Bergkamp veranderde Arsenal ingrijpend. Saai werd swingend. Hoewel hij een UEFA Cup met Internazionale won, in 1994, was hij in Italië vastgelopen. ‘Eerlijk gezegd heb ik op een gegeven moment gedacht: Als dit het is, dan denk ik dat ik op mijn 28ste klaar ben met voetballen. Ik haalde er geen plezier meer uit. Maar bij Arsenal kwam dat, na een aarzelend begin, heel snel terug. Van ik wil misschien stoppen ging het met grote sprongen naar ik wil helemaal niet stoppen. Het was een enorm contrast. In Engeland kreeg ik dat lekkere gevoel terug. Dat je denkt: Ja, dit is het. Dit is voetbal.’
Eerst sprak hij nog de verwachting uit pakweg twee seizoenen in de Premier League te willen spelen. Elf jaar later vertrok hij pas door de voordeur, met toeters en bellen en huilende mensen. Op hetzelfde moment sloot Arsenal de deuren van Highbury definitief. Alsof twee monumenten tegen de vlakte gingen. Voor veel fans was dat iets te veel sentiment voor één dag.
Soms voelde Bergkamp zich een beetje ongemakkelijk als de adoratie weer een nieuw hoogtepunt bereikte. Dan schreef een vooraanstaande journalist een stuk proza van Shakespeare-achtige proporties, of werd zijn naam op de shirts in de stalletjes simpelweg vervangen door drie allesomvattende letters: God.
Op hetzelfde moment als Bergkamps afscheid sloot Arsenal de deuren van Highbury definitief. Alsof twee monumenten tegen de vlakte gingen
‘Het ging heel ver, ja. Ik heb spandoeken gezien met de tekst: Why fly if you can walk over water? Dat soort dingen. Ik snap de humor, het spelen met woorden. Het gebeurde tenminste altijd met een respectvolle knipoog. Ik vond het schitterend. Engelsen zijn ook heel snel met het geven van complimenten. In het begin reageerde ik verrast. Bij Ajax had ik nooit meegemaakt dat een speler naar je toekwam en zei: “God, wat was jij goed vandaag, zeg”. Er mankeerde altijd wel iets aan je spel. En als ze iets positiefs over je zeiden, dan het liefst niet in je gezicht. Want stel je voor… Ik moest daar in Engeland even aan wennen. Maar ik kon er goed mee omgaan. En aan de andere kant wist ik ook dat ik er veel voor terug moest doen. En dat je een keer prijzen moest gaan winnen.’
‘De club zat in een periode dat er echt wat moest veranderen. Ze speelden met één spits, iedereen sprak over boring Arsenal. Het kon zo niet doorgaan. In 1995 was ik de grote aankoop van Bruce Rioch. Het jaar erop kwam Arsène Wenger. We waren vijfde geworden. Langzaam maar zeker wordt er weer iets meer verwacht. Dat hoort bij de cultuur van Arsenal. Er breekt een nieuw tijdperk aan, een nieuwe manager, er zit progressie in en vanzelf kom je op een punt dat mensen zeggen: Allemaal leuk en aardig, maar nu moeten de resultaten gaan komen.’
Toen de Arsenal-fans werd gevraagd hun Dream Team samen te stellen, was de uitkomst veelzeggend. Behalve Liam Brady, de vedette uit de jaren zeventig, zijn het tien spelers uit de tijd van de Franse manager Wenger: David Seaman, Lee Dixon, Tony Adams, Sol Campbell, Nigel Winterburn, Patrick Vieira, Fredrik Ljungberg, Robert Pirès, Thierry Henry en Dennis Bergkamp. Het is de groep die onder meer drie landstitels veroverde en vier keer de FA Cup won. In het seizoen 2003/04 bleef Arsenal zelfs ongeslagen. Het leverde die ploeg de mythische bijnaam The Invincibles op.
‘Ze speelden met één spits, iedereen sprak over boring Arsenal. Het kon zo niet doorgaan’
Bergkamp: ‘Heb ik Arsenal veranderd? Ja. Maar daar heb je natuurlijk mensen voor nodig die erin meegaan. Loop die namen maar langs. Het eerste jaar waren we een beetje aan het aftasten. Daarna voelde je: Hé, wacht even, we zijn echt met iets moois bezig. En dan groei je uit tot een ploeg die onoverwinnelijk wordt. Waar je ook speelde in Engeland, je wist dat je die wedstrijd ging winnen. Als je op dat niveau zit met een team, heb je de top bereikt. Ik vond het wel interessant om te zien hoe het steeds meer opgepikt werd. Een van de eerste mensen die het tegen mij zeiden, was Bob Wilson, de oud-keeper van Arsenal die later een tv-persoonlijkheid is geworden. “Vergeet nooit dat jij degene bent die de ommekeer teweeg heeft gebracht”. Dat was uit zijn mond een heel groot compliment.’
‘Hoe moet je de helden van vroeger nou afzetten tegen Lionel Messi of Cristiano Ronaldo? Moet je zien wat zij allemaal doen en teweegbrengen. Zeg het maar, het is gewoon heel moeilijk. Maar je heb misschien best aardig vergelijkingsmateriaal als je begint over The Invincibles. Ongeslagen kampioen worden in de Premier League; dat is nog iets tastbaars. Kijk maar naar die grote competities. Iedereen verliest wel een paar keer. Dus die prestatie van ons is wel heel bijzonder geweest. En zo zal het altijd worden gezien.’
De eenheid
Bergkamp bladert door foto’s van juichende voetballers. De guitige lach en gouden boventand van Ian Wright, die een smartlap van André Hazes uit zijn hoofd kende. De rauwe grijns van Martin Keown, die als kind Gaelic football speelde. De verbazing in de ogen van Thierry Henry na weer een meesterwerkje. Het ingetogen genieten van Bergkamp zelf.
Zijn jaren bij Arsenal werden gekenmerkt door kwaliteit, kracht en kameraadschap. De selectie was een perfecte melange van specialisten en mannetjesputters. De onverzettelijkheid van Adams naast de brille van Bergkamp. Met Arsenal viel niet te spotten.
‘Ze hebben het in Engeland niet zo op prima donna’s. Je moet wel laten zien dat je er bent om daadwerkelijk iets te bereiken’
Er bestaan tv-beelden van een opstootje bij de uitgang van de spelerstunnel tussen Patrick Vieira en Roy Keane, de meedogenloze middenvelder van Manchester United. Er wordt gescholden en gedreigd. Een handgemeen lijkt zich aan te dienen. Bergkamp wurmt zich naar voren en probeert de Franse captain te kalmeren. Snuivend van woede pruttelt Keane nog wat na. Hij priemt zijn wijsvinger een paar keer in de richting van Vieira, die dan naar beneden kijkt en opeens een jongetje ziet staan. Die krijgt een aai over de bol, alsof er helemaal geen onvertogen woord is gevallen. En dan wandelen 22 spelers naar buiten, met aan hun hand 22 verbouwereerde kinderen.
‘Dat kon alleen in Engeland’, zegt Bergkamp. ‘Tegenwoordig beginnen ze bij de kleedkamerdeur al te filmen, dus zo’n opstootje zou breed uitgemeten worden. Maar vroeger stonden daar nog helemaal geen camera’s. Er gebeurde dus weleens wat. In mijn eerste jaar speelden we tegen Coventry of Leicester; een van de lager geklasseerde ploegen in elk geval. Op het veld was een ruzie ontstaan met een verdediger. Ian Wright en John Hartson waren erbij betrokken. Het werd rust, we liepen van het veld af en Ian vroeg aan Hartson: Cup of tea, Johnny?
Yes, of course, zei Hartson.
Het volgende moment gaf John die verdediger een knal in zijn gezicht. Beng, en daarna renden ze door. Ik wist niet wat ik meemaakte. Maar dat bleken signalen te zijn. Vaste uitdrukkingen, waardoor een ander wist: even iets rechtzetten in de tunnel en weer verder. Scheidsrechters lieten het gaan. En niemand die erover praatte.’
Zelf liet Bergkamp zich op het veld ook niet onbetuigd. Hij is alom geprezen als voorbeeldprof, maar tegenover zijn schone kunsten stonden vijf rode kaarten. ‘Het is een onderdeel van mijn spel geweest, van mijn karakter. Soms was mijn reactie over the top. Niet goed. Maar er waren nu eenmaal momenten dat ik me moest laten gelden. Anders hou je je daar niet staande.’
Het werd hem zelden kwalijk genomen. ‘Ze hebben het in Engeland niet zo op prima donna’s. Je moet wel laten zien dat je er bent om daadwerkelijk iets te bereiken.’
‘Je kon je benen amper strekken in die kleedkamer, zo armoedig was het. Ik vond het juist geweldig’
Bovendien verdween daardoor snel het beeld van een brave student van de Hollandse School die het niet zou redden in de Premier League. De edelman met zijn voeten van fluweel was niet te beroerd zijn handen vuil te maken. ‘In mijn eerste seizoen speelden we voor de League Cup bij Barnsley, een avondwedstrijd in zo’n karakteristiek stadion. Het was herfst en het regende. Er was veel te doen om mij omdat ik pas na zeven competitiewedstrijden voor het eerst scoorde. Veel mensen vroegen zich af: Is dit wel wat voor Dennis? Maar dit was precies het Engelse decor zoals ik het altijd in mijn hoofd had. We zaten in een kleedkamer waar alleen de eerste elf spelers zich konden omkleden. Er waren te weinig haakjes en de manager moest in de deuropening gaan staan om zijn bespreking houden. Onze fysiotherapeut kon zijn werk amper doen. Je kon je benen amper strekken, zo armoedig was het. Ik vond het juist geweldig. Ook kou schrikte mij nooit af. Even een beetje erin kleunen; daar hield ik echt wel van.’
De schoonheid
In zijn huis in Blaricum heeft Bergkamp een ruimte ingericht met relikwieën uit zijn Engelse tijdperk. Hij is niet zo’n oud-speler die onverschillig opmerkt dat ergens op zolder een doos met rommel moet staan. ‘Toen we terugkeerden in Nederland, zei ik tegen mij gezin: Ik ben nu vader. Ik hoef niet dagelijks met mijn voetbalverleden geconfronteerd te worden. Het is een periode die voorbij is. Maar een eigen ruimte vond ik wel leuk, want ik wilde het ook niet wegstoppen. Er is genoeg gebeurd om trots op te zijn.’
Naast de tientallen bekers en persoonlijke onderscheidingen staat er een leren leunstoel waarin het tenue van zijn testimonial is verwerkt. Er hangt ook een foto van zijn derde doelpunt in 1997 tegen Leicester City; in zijn ogen de mooiste die hij ooit maakte. Je kijkt tegen zijn rug aan op het moment dat hij net iets door de knieën is gezakt en de bal in de verre hoek mikt. Even daarvoor had hij ’m uit de lucht geplukt met de bovenkant van zijn rechterschoen. Er kwam een passeerbeweging met links waarmee hij zijn tegenstander uitkapte en toen pas raakte de bal voor het eerst de grond.
‘Lobjes of stiftjes zijn vaak de ideale oplossing, mits je het goed kunt uitvoeren’
Een jaar later zou hij tijdens het WK in Frankrijk op een vergelijkbare manier scoren tegen Argentinië. ‘Dat gebeurde op het allerhoogste niveau’, zegt Bergkamp. ‘Het verschil is dat de aanname op die plek wat makkelijker was omdat de pass van Frank de Boer van links kwam. Dan kun je de bal met de binnenkant doodmaken. In de wedstrijd tegen Leicester stond ik aan de andere kant. Eigenlijk zat daar alles in waar ik voor stond. Vanuit de 10-positie wegtrekken, het gat in. De bal controleren na een lange pass. Direct de rust bewaren en scoren. En dat in, wat zal het zijn, acht of negen seconden?’
Bergkamp was naar eigen zeggen altijd op zoek naar effectieve schoonheid. Schepper van zeldzame stift- en steekballen. Aan intikkertjes deed hij niet. ‘Je zou daar allerlei uitspraken op los kunnen laten. Dat ik niet goed gedekt werd bijvoorbeeld. Of dat ik altijd de ruimte had. Ja, maar hoe kwam dat? Omdat ik die ruimte ook zocht. Ik was altijd bezig met degene die mij moest dekken. Waar kan ik lopen zodat hij niet meegaat? Zo kwam ik vaak tussen de linies terecht. Als een soort schaduwspits. Bij Ajax is dat ontstaan. In Engeland namen ze die term letterlijk over, want ze kenden het niet. Shadow striker.’
De dadendrang van Bergkamp op de Engelse velden smolt samen met alle superlatieven die er te vinden waren. Wat hij deed, was poëzie. Hij was een geschenk, een vernieuwer, een visionair. ‘Dennis had ogen in zijn achterhoofd’, zei de voormalige aanvaller Paul Merson eens over talloze magnifieke assists. ‘Dat was gewoon eng.’
Ian Wright noemde hem ‘de architect van de ruimte’. Veel mensen beschouwen het doelpunt op 5 maart 2002 tegen Newcastle United – waarbij Bergkamp als een slangenmens wegdraaide bij de rondtollende Nikos Dabizas en aan de andere kant weer opdook – als pure tovenarij. De bekende schrijver en Arsenal-fan Nick Hornby vroeg zich af of Bergkamp misschien drie voeten had. ‘Waarschijnlijk niet. Maar het leek toch echt zo.’
Het aardige is dat de kunstenaar zelf verpletterend nuchter reageerde. Het was, daar kwam het in zijn ogen op neer, simpelweg de kortste weg naar het doel geweest. ‘Ik had werkelijk geen idee wat het losmaakte. De eerste berichtjes kreeg ik toen ik de in de bus zat. De volgende dag ben ik gewoon gaan trainen. Doordat het een lange reis was geweest van Newcastle naar Londen, had ik het doelpunt nog steeds niet teruggezien. Ik vroeg me af waar iedereen nou zo opgewonden over deed. ’s Middags ben ik toch maar even gaan kijken en toen begreep ik wat ze bedoelden.
‘Het liefst wil je dat het altijd zo blijft, omdat je daar mooie herinneringen hebt liggen. Maar je moet verder’
Zo had ik het helemaal niet beleefd. Ik stond wat gedraaid, ik nam de bal mee en besliste op het laatste moment wat ik ging doen. Ik zocht alleen maar een manier om zo snel mogelijk bij dat doel te komen. En hoe het er dan uitziet… Ja, daarom vinden mensen het zo’n prachtige goal. Er komt ook wel wat geluk bij kijken, hoor. Het is gewoon een stappendingetje. De bal komt achter me. Ik wil de andere kant op. Nou, toch maar proberen dan. Eerst die verdediger nog even wegzetten… Vier, vijf stappen die allemaal moeten kloppen. Anders sterft het in schoonheid. Maar alles klopte. Op het moment zelf had ik helemaal niet in mijn hoofd dat het mooi moest zijn. Totaal niet. Je ziet ook dat ik vrij rustig wegloop. Ik dacht alleen maar: Doelpunt. Lekker.’
Vijf jaar eerder maakte hij nog zo’n magistrale treffer tegen Sunderland. Een trage boogbal plofte in de bovenhoek. Jubelend en met grote passen liep hij naar de zijlijn. Daar sloeg Bergkamp zijn rechterhand voor zijn mond, alsof hij niet kon geloven wat hij zojuist had gedaan. Zijn medespelers deden hetzelfde. ‘Dit was anders. Er ging een beweging aan vooraf, zo’n Zidane-pirouette. Ik vond het een bijzonder doelpunt omdat ik daarna overhelde en toch die bal vanuit een moeilijke hoek in de kruising kreeg. Toen realiseerde ik me wél meteen: Wat ik wilde, is gelukt. Hier gaan de mensen over praten.’
‘Lobjes of stiftjes zijn vaak de ideale oplossing, mits je het goed kunt uitvoeren. Ik zeg dat nu ook tegen de aanvallers van Ajax. Bij een keeper die op de lijn staat werkt het natuurlijk niet. Maar boven het hoofd van een keeper die uit zijn doel komt of gaat liggen, zit logischerwijs veel ruimte. Dan is het een kwestie van peilen. En dat kunstje beheerste ik.’
De verhuizing
Op loopstand van Highbury verrees het Emirates Stadium. Het immense project werd door Arsenal met veel zorg begeleid. De selectie kreeg op gezette tijden een rondleiding door de bouwput en zag de vorderingen, maar werd eveneens betrokken bij de realisatie van een uniek complex in de oude arbeiderswijk. Vanuit de lucht lijkt Highbury Square nu nog steeds op een stadion. De gevels aan de oost- en westkant zijn blijven staan en in het midden van de zevenhonderd luxe appartementen is een park aangelegd. Vaders kunnen er met hun zonen voetballen op gewijde grond.
De spelers van Arsenal kregen het eerste aanbod om er een woning voor later aan te schaffen. Bergkamp heeft het even overwogen, maar niet gedaan. ‘Ik snapte wel dat het nodig was’, zegt hij over de onvermijdelijke verhuizing naar een modern stadion. ‘Met De Meer is in de jaren negentig hetzelfde gebeurd. Het liefst wil je dat het altijd zo blijft, omdat je daar mooie herinneringen hebt liggen. Maar je moet verder.
‘Mensen praten vaak over het zwarte gat als je bent gestopt. Dat klinkt wel heel extreem. Maar je worstelt echt even met jezelf. Wat nu?’
Voor Arsenal betekende het een verdubbeling van het aantal toeschouwers. Iedereen liep in het begin een beetje te zoeken in het Emirates Stadium. Je proeft niet direct dezelfde sfeer, dat is logisch. Er kwam bovendien net een periode aan waarin het sportief allemaal wat minder ging. Ik vind het wel een echt voetbalstadion, met die glooiingen. En dat veld, dat was vanaf dag één geweldig. Voor mij blijft het een wonder hoe ze het doen. In Nederland heb je min of meer hetzelfde klimaat. Het zal, denk ik, toch de aandacht zijn. De kennis. En vooral de liefde van de Engelsen voor de buitencultuur. Gras, bomen, struiken, parken, golfbanen; ze zijn er gek op. Dus steken ze er veel geld in en onderhouden ze het perfect.’
Zeventig jaar hing The Arsenal Clock op Highbury. Uit bijgeloof speelden Bergkamp en zijn kompanen de eerste helft het liefst naar die kant toe. Negen uur duurde het om het kolossale antieke uurwerk te verschepen naar het nieuwe huis, vijfhonderd meter verderop. Daar werd een strategische plek gekozen, hoog in de lucht, recht tegenover Clock End Bridge. Bij Arsenal gebeurde niets zonder sentimentele reden. Fans keken toe en droegen shirts met het rugnummer 93 en de tekst: End of an era.
‘Dat veld van het Emirates, dat was vanaf dag één geweldig. Voor mij blijft het een wonder hoe ze het doen, in Nederland heb je min of meer hetzelfde klimaat’
Bergkamps laatste wedstrijd moest niet de laatste wedstrijd op Highbury zijn. Na 423 officiële duels en 120 doelpunten vond de toen 37-jarige stilist niet dat hij centraal moest staan, maar de club. ‘Daar was de verhuizing te beladen voor. Eerder hadden de fans al een Bergkamp Day voor me georganiseerd, dus dat zag ik min of meer als afscheid van Highbury. Maar op dat moment wist ik dat we nog wel even in Londen bleven wonen. We hadden een deal gemaakt: een box in het Emirates Stadium voor twee jaar. Ook al zou ik niet meer zelf spelen; ik was er wel heel nieuwsgierig naar. Je hebt bijgedragen aan iets heel moois en dan maken ze die stap naar dat moois en mis je het vervolg… Dit was een uitgelezen kans om er toch nog een klein stukje van mee te krijgen.’
En dus viel alles samen op 22 juli 2006: de opening van het volgepakte Emirates Stadium, zijn erewedstrijd voor tien jaar trouwe dienst, een officiële farewell party en de emoties uit zijn persoonlijke leven. Zijn vader stond bij de aftrap. Wim Bergkamp leed aan longkanker en het zag er lange tijd niet naar uit dat hij erbij zou kunnen zijn. Een jaar later overleed hij.
Op het ereterras zat zijn vrouw Henrita. Ze was ook de voorzitter van het organisatiecomité. Op het veld stonden Johan Cruijff en Marco van Basten, de twee grootste voetballers uit de Nederlandse geschiedenis. Thierry Henry en Patrick Vieira hadden er hun vakantie in Amerika voor onderbroken. Frank Rijkaard hield een gloedvolle speech die Bergkamp ontroerde. Hij vond het net een bruiloft. ‘Je bent aanwezig en toch ook weer niet. De mooie momenten volgen elkaar zo snel op dat je nauwelijks tijd krijgt er uitgebreid bij stil te staan.’
De supportersvereniging van Arsenal deed een ludieke oproep aan het luchthavenpersoneel van Heathrow om alle vliegtuigen die dag aan de grond te houden, als eerbetoon aan The Non-Flying Dutchman. En tot ver na afloop van de wedstrijd zongen de toeschouwers hun wiegelied.
There’s only one Dennis Bergkamp, one Dennis Bergkamp
We’re walking along, singing a song
Walking in a Bergkamp Wonderland
De vereeuwiging
Hij was al de eerste Nederlander in de Hall of Fame van het National Football Centre. Anderhalf jaar geleden werd Bergkamp de vierde Gunner die naast het Emirates Stadion op een voetstuk kwam te staan. Herbert Chapman, Thierry Henry en Tony Adams gingen hem voor.
Eigenlijk is het jammer dat zijn standbeeld gedragen wordt door een dikke grijze buis. Om de mythe in stand te houden, zou de bronzen Bergkamp die de bal uit de lucht plukt tot in de eeuwigheid los van de grond moeten zijn. Dat past ook beter bij het verbeeldingsvermogen van de Arsenal-fans, die toch al vonden dat hij van een andere planeet kwam. Na de onthulling werd er tegen het vallen van de avond een treffende foto van het beeld gemaakt. In het silhouet is het net of zijn arm is veranderd in een vleugel. Het kan haast geen toeval zijn.
Bergkamp werd de vierde Gunner die naast het Emirates Stadion op een voetstuk kwam te staan. Herbert Chapman, Thierry Henry en Tony Adams gingen hem voor
Op 22 februari 2014 droeg Bergkamp een rood-witte wollen sjaal over zijn zwarte winterjas. Hij trok ten overstaan van drommen supporters zelf het doek weg en sprak mooie woorden tot de mensen die hem adoreerden. ‘Ik heb voor zo’n speciale gelegenheid dan wel de drive om ook echt iets van mijn speech te maken. Bij mijn testimonial vond ik dat verdomd moeilijk. Ik ben niet bang mijn emoties te tonen, maar probeer tegelijkertijd sterk te blijven. Dat bedachtzame heb ik altijd wel in me gehad. Aan de andere kant moet het ook niet zijn: Bedankt allemaal en tot ziens. Ik realiseerde me heel goed hoe speciaal dit was. Henry had het eerder ook niet droog gehouden bij de onthulling van zijn beeld. Niemand had mij nog verteld hoe het zou gaan, dus ’s morgens zei ik in het hotel tegen mijn vrouw: Volgens mij moet ik straks wel iets zeggen. Ik krabbelde wat aantekeningen op papier. Daarna verbaasde ik mezelf. Het ging aan één stuk door. Ken Friar, de voormalige directeur met wie ik snel vrij close werd, was er. En Bob Wilson. Dat soort mensen kon ik allemaal even noemen. Ik wilde niemand uitsluiten. Dus dan vergeet ik even mijn emoties. Omdat zo’n optreden perfect moet zijn.’
‘Ik was de aanvoerder, maar Dennis onze inspiratie’, zei Patrick Vieira
Bergkamp beschouwt het standbeeld als een oeuvreprijs. ‘Op een andere manier ben ik ook trots op mijn periode bij Inter. Hoewel ik nooit lekker in mijn spel kon komen, heb ik toch mooie goals gemaakt en de UEFA Cup gewonnen. En ik ben trots op mijn periode bij Ajax, alleen al vanwege het feit dat ik daar als twaalfjarig jochie begon en de hele opleiding doorliep. Maar die elf seizoenen bij Arsenal hebben mij echt groot gemaakt. In Engeland betekent het veel, zo’n beeld. Toen ik er weer was, zag je het ook. Je voelde het. Ik had niet verwacht dat de waardering zó groot zou zijn. Ook in Nederland, hoor. Daar moet je het namelijk verdienen, hè. Anders zou het op straat eerder zijn: Hé, Bergkampie. Nu is het toch vaak: Hé, daar heb je Dennis Bergkamp. Het respect zorgt voor iets meer afstand. Dat is hoofdzakelijk door mijn tijd bij Arsenal en Oranje gekomen.’
Na zijn testimonial zei Bergkamp geen drang te voelen om het leven in Nederland weer op te pakken. Twee jaar later keerde het gezin alsnog terug en begon zijn tweede sportleven. Opnieuw stippelde hij nadenkend zijn pad uit. KNVB-cursist, stagiair, jeugdtrainer, assistent.
‘Mensen praten vaak over het zwarte gat als je bent gestopt. Dat klinkt wel heel extreem. Maar je worstelt echt even met jezelf. Wat nu? De stap terug kan niet meer. Je gaat het nooit meer beleven zoals toen. Dus je gaat op zoek. Op zoek naar jezelf. Klinkt misschien wat filosofisch, maar langzamerhand kom je weer in beweging omdat je lichaam er ook om vraagt. Mijn zoontje zat in een voetbalteam. Je geeft eens een traininkje. En dan rol je vanzelf die wereld weer in, terwijl ik daar in 2006 helemaal geen rekening mee hield.’
De herinnering
In de zomer van 2015 was het twintig jaar geleden dat Dennis Bergkamp neerstreek in Londen. De Engelsen stonden daar uitgebreid bij stil. Sky Sports introduceerde hem als ‘de man die Arsenal veranderde’. Het regende lyrische beschouwingen. Ook werd de vraag gesteld wat Bergkamp nu waard zou zijn als Tottenham Hotspur al vijftig miljoen pond kan vragen voor Harry Kane.
‘Ik heb nog vrij veel contact met mensen daar en kinderen die op Instagram zitten. Dus ik kreeg er wel iets van mee. Het respect, hè. Dat was gewoon wederzijds. Daardoor versterk je elkaar. Vanaf dag één konden ze aan mij merken dat ik het geweldig vond om voor Arsenal te spelen. Dat ik positief was en er alles aan deed. En aan de andere kant gaven de mensen mij weer een hoop terug. Ja, dan heb je een gelukkige relatie.’ Ook in zijn vorig jaar verschenen biografie wemelt het van de vakmensen die zijn artisticiteit en toewijding prijzen. ‘Ik was de aanvoerder, maar Dennis onze inspiratie’, zei Patrick Vieira.
Arsène Wenger: ‘Dennis heeft een aristocratisch soort elegantie in hoe hij loopt en hoe hij zich gedraagt.’
‘De bewondering die oud-spelers uitspreken blijft voor mij de mooiste vorm van waardering. Dat gaat om de inhoud’
Bergkamp kreeg onlangs een afbeelding onder ogen van Henry met een zogeheten flipboekje in zijn handen. Als je razendsnel bladert, maken tientallen beeldfragmenten van zijn goal in Newcastle een mini-film op papier. De boekjes zijn in dit jubileumjaar populair in de Arsenal-shop. Bergkamp kreeg een exemplaar thuisgestuurd.
Henry was een van zijn grootste bewonderaars. Hij bedacht op het trainingsveld ook een nieuw synoniem voor een prachtig doelpunt: dat is nu een Bergkampje. ‘De bewondering die oud-spelers uitspreken blijft voor mij de mooiste vorm van waardering’, zegt Bergkamp. ‘Dat gaat om de inhoud. Honderd procent geven op de training was voor mij vanzelfsprekend. Daar liep ik niet mee te koop. Ik heb mooie goals gemaakt, ben belangrijk geweest, heb prijzen gewonnen. Maar zij praten vooral over mijn instelling en hoe we met elkaar omgingen. En eigenlijk zeggen al die grote jongens hetzelfde. Het was een fantastische groep. We hadden de grootste lol om de kleinste dingen. Ian Wright was echt een geweldige gozer. Kon keihard zijn tegen medespelers. Maar als hij een dot van een kans had gemist en het bleef 0-0, was hij de eerste die in de kleedkamer zei: Sorry lads, my mistake. Ook dát is de Engelse cultuur. Veeleisend, maar zelfkritisch. En verre van schijnheilig.’
Op veilingsites wordt nog grif duizend euro geboden voor gesigneerde shirts van Bergkamp. Tik zijn naam in op eBay en er verschijnen meer dan elfhonderd zoekresultaten. Maar dat is een wereld waarin Bergkamp zich niet bevindt. Sinds hij in 2008 de deuren van Wonderland achter zich sloot, is hij weer een aardse sterveling in de polderklei. ‘Het gevoel wordt minder sterk, dat is zeker zo. Soms word je met die tijd geconfronteerd door social media, door het kijken naar foto’s of door dit gesprek. Dan denk je weer: Oh ja, wacht effe. Zo mooi was het dus. Maar het gevoel slijt. Dat vind ik ook niet zo erg. Zolang je de herinnering nog maar hebt om af en toe op terug te vallen.’
Tekst: Yoeri van den Busken
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login