'FC Limburg is een noodzakelijk kwaad'
Limburg was in de jaren vijftig de bakermat van het vaderlandse topvoetbal en in 1950 was het 23 duizend inwoners tellende Brunssum de voetbalhoofdstad van Nederland. De mijnwerkersclubs Maurits en Limburgia maakten de dienst uit in het zuiden. Maurits, de vereniging van de gelijknamige staatsmijn uit Geleen, bracht de profs Leo Kleintjes, Ger Donners en international Pierre Kerkhoffs voort, terwijl ook de latere bondscoach George Kessler er in het eerste elftal speelde. Limburgia, verbonden aan de staatsmijn Hendrik, beschikte over Math Spanjer, Piet Bruist, de gevaarlijke aanvaller Loek Feijen en de legendarische doelman Sjra Jacobs.
Beide clubs streden 59 jaar geleden mee om het landskampioenschap, wat Limburgse voetbalteams nog nooit hadden gepresteerd. Maurits werd derde, maar Limburgia schreef historie. Op zaterdag 24 juni 1950 trad de ploeg aan in het uitverkochte Olympisch Stadion tegen Ajax. Ruim zestigduizend toeschouwers zagen tot hun verbijstering dat de Amsterdammers met 0-6 werden gekleineerd door een elftal waarvan tien spelers mijnwerker waren. Iedere morgen om vijf uur gingen ze ondergronds en om twee uur 's middags zat het werk erop. Vervolgens trainden ze op de velden naast de mijn.
Het Limburgse voetbal floreerde in die tijd. Naast Limburgia en Maurits speelden ook SC Emma eveneens een mijnwerkersclub en VVH '16 uit Heerlen, Juliana uit Spekholzerheide, Kimbria en MVV uit Maastricht, VVV uit Venlo, Kerkrade, Bleijerheide, Roermond en Sittardia op niveau. Sittardia was destijds de eerste fusieclub, ontstaan uit een samensmelting tussen Sittardse Boys en Sittard. Vanaf het moment dat er betaald voetbal werd gespeeld in Nederland, zag elke zichzelf respecterende Limburgse stad een profclub als een statussymbool. Het mondaine Maastricht bouwde aan MVV, VVV werd de trots van Noord-Limburg en in Brunssum maakte Limburgia de overstap naar de profs. Maar in de mijnstreek sloeg de totale voetbalgekte toe.
Bleijerheide en Kerkrade gingen in laatstgenoemde plaats samen verder als Roda Sport, met Toon Ederveen en Hens Fischer. Juliana en het net opgerichte Rapid '54 zetten in Heerlen hun weg voort als Rapid JC. Sittardia ging in Sittard betaald voetbal spelen met linksbuiten Gerard Gruisen en doelman Jo Peersman. En in Geleen ontstond Fortuna '54, de eerste topclub van Nederland met de sterspelers Cor van der Hart, Bart Carlier, Jan Notermans, Henk Angenent, Frans de Munck, Bram Appel en Faas Wilkes. Bij Fortuna '54 kwamen Tjeu Voncken en Guus Rabuda van Bleijerheide de gelederen versterken en van Juliana werd keeper Ed Belski aangetrokken. Rapid JC contracteerde Wiel Coerver en Hubert Hannemann van Bleijerheide, plus de Juliana-spelers Johan Adang, Willy Smeets en Math Loo.
Niet het favoriete Fortuna '54, maar het aanmerkelijk minder kapitaalkrachtige Rapid JC streed in het seizoen 1956/57 om de landstitel met Elinkwijk, NAC en Sparta. De club had intussen midvoor Noud van Melis van Eindhoven binnengehaald en werd de eerste en nog steeds enige Limburgse landskampioen in het betaalde voetbal en tevens de enige Limburgse club die mocht uitkomen in het toernooi om de Europa Cup I. Fortuna '54 moest genoegen nemen met de KNVB-beker. In de jaren zestig bleek de glorietijd van het Limburgse voetbal voorbij. In 1962 degradeerde Rapid JC naar de Eerste Divisie, terwijl Roda Sport bleef steken in de Tweede Divisie. Daarom werd er besloten tot een fusie tussen de vijanden Rapid JC uit Heerlen en Roda Sport uit Kerkrade, het resultaat was Roda JC.
Vijf jaar later sloeg het noodlot ook in Sittard en Geleen toe. Fortuna '54 en Sittardia eindigden samen helemaal onderaan in de Eredivisie. Voor beide clubs dreigde een faillissement, waardoor een nieuwe fusie onvermijdelijk was. De KNVB was opvallend vriendelijk door de nieuwe club Fortuna Sittardia Combinatie in de Eredivisie in te delen. De thuiswedstrijden werden om beurten in Sittard en Geleen gespeeld. In 1979 veranderde de clubnaam in Fortuna Sittard en sindsdien hadden alle thuisduels plaats in Sittard. Op dat moment was de voormalige landskampioen Limburgia alweer acht jaar actief in het amateurvoetbal. De club uit Brunssum, die intussen is gefuseerd tot BSV Limburgia, stopte na het seizoen 1970/71 met betaald voetbal. Anno 2009 is MVV nog steeds de trots van Maastricht, al speelt de roemruchte club een modale rol in de Jupiler League. De lokale zakenmensen Leon Melchior en Benoit Wesly kregen de vereniging niet meer van de grond, maar de huidige voorzitter Joseph Goumans is totaal niet geïnteresseerd in een fusie met Roda JC en Fortuna Sittard. De achterban in Maastricht legt zich neer bij de bescheiden rol die MVV in het profvoetbal vertolkt. Een fusie met Heerlen en Sittard wordt in de hoofdstad van Limburg gezien als heiligschennis. Toch was het de kleurrijke MVV-supporter professor Co Greep die in 1992 een plan presenteerde tot een topclub in Limburg te komen, waarin Roda JC, Fortuna Sittard en MVV moesten opgaan.
VVV heeft nooit deelgenomen aan het fusiecircus. De vereniging uit Venlo redt zich redelijk en heeft een duidelijke streekfunctie in Noord-Limburg. Het is wel wat kleinzielig dat VVV-officials voortdurend protesteren tegen de naam FC Limburg. De hoofdrolspelers in de fusieperikelen, Roda JC en Fortuna Sittard, zijn het resultaat van een hele serie samensmeltingen. De clubofficials, overheid, sponsors, spelers en verstandig redenerende supporters zijn het unaniem eens dat een fusie de enige mogelijkheid tot overleven is. Fortuna vecht al jaren wanhopig tegen een bankroet en Roda kampt al lange tijd met structurele tekorten. De leiding in Kerkrade moet voortdurend een beroep doen op suikeroom Nol Hendriks om te overleven.
Beide clubs hebben geen toekomst meer in het betaalde voetbal, maar de fusie wordt voortdurend gefrustreerd door een onbeschaafd hard schreeuwende minderheidsgroepering: wat blagen en belhamels die zich supporter noemen en op een schandalige wijze beleidsbepalers die er alles aan doen een gezonde profclub te behouden voor de regio terroriseren en bedreigen. Zouden deze relschoppers zich wel eens hebben verdiept in de gevoelens van de fans van Bleijerheide, Kerkrade, Juliana, Sittardse Boys, Sittard, Sittardia, Roda Sport, Rapid JC en Fortuna '54? Ook die clubs hadden supporters met een clubhart, maar het gezonde verstand zegevierde.
Een fusie komt bijna altijd voort uit armoede en financiële problemen. En de historie in Limburg maakt duidelijk dat geen enkele samensmelting een garantie voor sportief succes was. FC Limburg heeft echter wél weer een toekomst en dat kunnen we van Roda JC en Fortuna Sittard niet zeggen. Ruim een jaar geleden was de financiële situatie van de twee clubs zó zorgwekkend, dat de commissaris van de koningin in Limburg, Léon Frissen, een eventuele fusie opnieuw aankaartte bij Henk Kesler, de directeur betaald voetbal van de KNVB. Als alle betrokkenen en verantwoordelijken het eens zijn, mogen zij hun oren niet laten hangen naar de emotionele kreten en het wangedrag van een handvol tegenstanders.
De Stichting Roda JC moet nu het verlossende woord spreken. Voorzitter Hubert Vankan verscheen met een brok in de keel op televisie, maar er bestaat een meerderheid voor een fusie in zijn zes leden tellende stichtingsbestuur. Die heren kunnen nu, ondanks alle clubsentimenten, het rapport van de Stuurgroep Topvoetbal Limburg ook niet negeren. Nostalgie, sentiment en romantiek zijn prachtig, maar daar kan een club niet van bestaan. De verantwoordelijke bobo¹s moeten nu een moedige beslissing nemen om het profvoetbal in de mijnstreek te redden. Als de heren verstandig zijn, gaat de nieuwe club in de kleuren geel-blauw van de provincie Limburg spelen met een trotse rode leeuw in het logo. FC Limburg is geen sprookje, maar een noodzakelijk kwaad.