Geplaagd City houdt CL-droom in leven na ineenstorting Real Madrid

Het duel in Estadio Santiago Bernabéu was er eentje tussen twee oefenmeesters met meer dan voldoende ervaring op het hoogste Europese clubpodium. Zinedine Zidane en Pep Guardiola wonnen als speler allebei één keer de Champions League/Europa Cup I, aangezien Zidane en Real in 2002 de sterksten waren, terwijl Guardiola en Barça de beker in 1992 al omhoog hadden gehouden. Als trainer zijn ze overigens nog succesvoller, waarbij Zidane (drie eindzeges met Real) het voorlopig wint van Guardiola (twee met Barcelona).

Beide trainers hadden voor hun onderlinge duel een tactiek bedacht die het aanvalsspel van de tegenstander aardig neutraliseerde, mede door enkele verrassingen in beide opstellingen. Zo startte Real niet alleen zonder de geblesseerde Eden Hazard, maar ook zonder Toni Kroos, terwijl bij City geen ruimte was voor Sergio Agüero, Raheem Sterling en aanvoerder Fernandinho. Het leverde een vrij vlakke eerste helft op, met slechts een paar kansjes aan beide kanten.

Tegenvallers
Zo redde Real-keeper Thibaut Courtois op een schot van Gabriel Jesus, die op slag van rust zag hoe Sergio Ramos en Casemiro met vereende krachten een volley van zijn voet uit het doel ranselden. Aan de overkant was de grootste kans voor Karim Benzema, wiens kopbal werd tegenhouden door keeper Ederson, waarna Vinícius Junior (de vervanger van Hazard) zijn voet niet tegen de rebound kreeg. Overigens waren er voor City in de eerste helft evenveel defensieve tegenvallers als kansen: twee stuks. Aymeric Laporte (net terug van een langdurige blessure) moest zich namelijk laten vervangen, terwijl Benjamin Mendy geel pakte en geschorst is voor de return.

Desondanks moet die return voor City wel te doen zijn, al kwam Real op voorsprong, uitgerekend na een reeks kansen voor de Engelsen. Met name Riyad Mahrez liet zich zien. Eerst krulde hij de bal na een razendsnelle counter net naast, een paar minuten later testte hij de vuisten van Courtois, waarna de Belgische goalie wéér redde toen de Algerijnse aanvaller voor zijn neus opdook. Kort na die laatste mogelijkheid van Mahrez was het juist aan de andere kant raak. Rodri verspeelde de bal op het middenveld en Kyle Walker greep daarna maar half in bij een actie van Vinícius, waarna het Braziliaanse talent de bal voorgaf op Isco. De spelmaker bleef koel en schoot de 1-0 binnen.

Daarmee leek Real op rozen te zitten, maar het ging in het laatste kwartier helemaal mis. Na een voorzet uit de draai van De Bruyne kopte Gabriel Jesus raak, al leek hij daarbij Sergio Ramos met twee handen in zijn rug te duwen. Scheidsrechter en VAR vonden het echter geen overtreding. Niet veel later werd het nog erger voor de Spanjaarden, toen invaller Sterling een penalty verdiende bij een onbeholpen sliding van Dani Carvajal. Waar de laatste vier City-strafschoppen (genomen door Sterling, Gabriel Jesus, Agüero en Ilkay Gündogan) allemaal werden gemist, faalde De Bruyne nu niet: 1-2.

Kort voor tijd was de ineenstorting van Real compleet, toen Sergio Ramos rood kreeg voor het neerhalen van de doorgebroken Gabriel Jesus. Zodoende is Zidane (die nog nooit een tweeluik in de knock-outfase van de CL verloor) nu erg dicht bij een unieke eliminatie.

Voor City lonkt er juist een welkome opsteker. In eigen land is het een kwestie van tijd voordat de ploeg van Guardiola wordt onttroond door Liverpool, terwijl er ook op continentaal vlak malaise is. Door een straf van de UEFA dreigt de club de komende twee seizoenen geen Europees voetbal te mogen spelen, waardoor het heilige doel (het winnen van de Champions League) erg ver weg lijkt. Wellicht lukt het dit seizoen, woensdag werd in ieder geval een eerste stapje gezet.

• Meer over

• Gabriel Jesus
• Isco
• K. De Bruyne
• Sergio Ramos
• Real Madrid
• Manchester City
• UEFA Champions League 2019/2020
• Real Madrid - Manchester City (1-2)