Inter in CL en Perugia ontloopt degradatie
Groot feest bij Internazionale en Perugia. De Milanese club greep op de laatste speeldag het begeerde ticket voor de voorronde van de Champions League en Perugia ontsnapte aan directe degradatie.
Internazionale moest winnen bij degradatiekandidaat Empoli om zeker te zijn van de vierde plaats in de Serie A. Dat lukte (3-2), maar daarvoor moesten de nerazzurri wel een 1-0 achterstand ongedaan maken. In de achttiende minuut had Stefano Lucchini Empoli op voorsprong gezet. Maar Inter kwam sterk terug. Adriano ging zijn ploeg voor. De Braziliaan tekende in blessuretijd van de eerste helft voor de gelijkmaker met een kopbal en zorgde in de 69ste minuut voor de 3-1 voorsprong, na een fantastische solo, even nadat Alvaro Recoba (foto) de 2-1 via een vrije trap had binnengewerkt. Vlak voor tijd bracht Tommaso Rochi nog de spanning terug, maar hij kon niet voorkomen dat Empoli degradeerde.
De tickets voor de UEFA Cup komen in handen van Parma, Lazio Roma en Udinese. Parma won met 4-3 van Udinese. Met rust was het nog 0-0. Alberto Gilardino was de grote man. De aanvaller van Parma maakte alle vier goals van zijn ploeg, en dat in een tijdsbestek van 26 minuten. Elke treffer maakte hij op een verschillende manier. Zijn eerste (1-1) scoorde hij uit de draai, nummer twee (2-1) kopte hij tegen de touwen, nummer drie (3-2) volleerde hij beheerst en nummer vier (4-2) kapte en tikte hij simpel over de doelman. Gilardino eindigt het seizoen met 23 doelpunten.
Lazio won met 2-1 van Modena, dat degradeerde. Bernardo Corradi en Cesar maakten de Romeinse doelpunten.
Perugia profiteerde van de nederlagen van Modena en Empoli. De ploeg van coach Serse Cosmi won met 1-0 van het al gedegradeerde Ancona dankzij een goal van Jay Bothroyd in de 64ste minuut. Op aangeven van Fabrizio Ravanelli schoot de Engelsman uit een zeer moeilijke hoek de bal binnen door de benen van doelman Magnus Hedman. De ploeg uit Umbrië speelt twee promotie/degradatieduels met de nummer zes van de Serie B.
AC Milan won met 4-2 van Brescia. Andrei Sjevtsjenko scoorde een keer en verzekerde zich daarmee van de topscorerstitel (24 goals). Jon Dahl Tomasson maakte twee doelpunten. Bij Brescia nam Roberto Baggio afscheid van het betaalde voetbal.