Let bij de Eredivisie-hervatting eens op de doeltrappen
Het is niet het meest spannende onderdeel van een wedstrijd, maar let aankomend Eredivisie-seizoen eens op de doeltrappen. Waar die voorheen alleen door veldspelers werden genomen bij een blessure van de keeper of om tijd te rekken, gebeurt dat tegenwoordig bijzonder vaak. En dat heeft een reden.
Sinds 2019 hoeft een doeltrap niet meer het strafschopgebied te verlaten voordat de bal aangeraakt mag worden. Dat biedt nieuwe mogelijkheden. Regelmatig geven veldspelers nu een korte pass op de keeper, die vervolgens de opbouw kan starten. Het voordeel is onder meer dat de doelman niet direct een keuze hoeft te maken voor één kant van het veld, waardoor de tegenstander niet gelijk vol druk kan zetten op een flank. Met de bal aan de voet kan de keeper de pressing uitlokken vanuit het midden, waardoor je nog alle kanten op kunt en profiteert van de ruimtes die ontstaan.
Die trend is goed te zien in de data. Waar in 2018/19 geen enkele doeltrap werd genomen door een veldspeler, gebeurde dat afgelopen Eredivisie-seizoen liefst 790 keer. Dat is zestien procent van het totaal aantal doeltrappen in de competitie. Het jaar daarvoor (2022/23) lag dat nog op zes procent.
Feyenoord (38%) en Go Ahead Eagles (36%) deden het verhoudingsgewijs het vaakst, bij Almere City kwam het niet één keer voor. Die drie clubs hebben nu een nieuwe trainer. Dat is een mooie aanleiding om eens te kijken wat ze nu gaan doen met hun doeltrappen.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login