Milan vergooit titelkans: Juventus kampioen
Coach Carlo Ancelotti stuurde tegen Palermo een b-ploeg het veld in en dat kwam AC Milan duur te staan. Het 3-3 gelijkspel in San Siro leverde Juventus het kampioenschap op.
AC Milan speelde al op vrijdag zodat de rossoneri zich optimaal konden voorbereiden op de finale van de Champions League, komende woensdag in Istanbul tegen Liverpool. Toch gunde Ancelotti nog een flink aantal spelers rust, zoals Andrei Sjevtsjenko, Andrea Pirlo, Clarence Seedorf, Jaap Stam, Paolo Maldini, Dida en Cafú.
Zo was er voor Harvey Esajas een plaats op de bank. Een invalbeurt zat er niet in voor de Rotterdammer. Dat alles zal te maken hebben met de schier onoverbrugbare achterstand van vier punten die Milan in de laatste twee duels zou moeten dichten op Juventus.
Niettemin speelde Milan een zeer sterke eerste helft. Al na acht minuten tikte Serginho de 1-0 binnen, maar één minuut later werkte Alessandro Costacurta de bal achter zijn eigen doelman Christian Abbiati. Opnieuw Serginho, ditmaal in de zestiende minuut, zorgde voor een voorsprong van Milan, nu op aangeven van Hernan Crespo. En na een half uur scoorde Jon Dahl Tomasson met een fraaie volley: 3-1.
Milan leek de drie punten binnen te hebben en daarmee het kampioensfeest van koploper Juventus minstens twee dagen uit te stellen. Maar Palermo kwam in het laatste kwartier sterk langszij en schoot Juve naar de titel.
Doelman Abbiatti haalde eerst Lamberto Zauli onderuit, waarna Luca Toni vanaf elf meter de 3-2 maakte. En twee minuten later knalde Simone Barone op mooie wijze de bal in de dichtstbijzijnde hoek: 3-3. Door het gelijkspel pakte Juventus zijn28ste scudetto.