Op EK-eerherstel jagend Jong Oranje staat voor eerste 'week van de waarheid'
De route richting het EK van 2021 is nog maar nauwelijks begonnen, of Jong Oranje staat al voor een cruciaal tweeluik. In de ontmoetingen met de leeftijdgenoten van Portugal en Noorwegen moeten échte stappen worden gezet richting het uitwissen van de recente kwalificatie-blamages. De zon moet weer gaan schijnen voor de beloftenploeg.
Er was een tijd dat het bij Jong Oranje allemaal redelijk overzichtelijk was. Neem de periode tussen 2004 en 2009, toen Foppe de Haan aan het roer stond. Tweemaal (in 2006 en 2007) werden de beloften Europees kampioen, daarna werd er ook deelgenomen aan de Olympische Spelen van 2008, al stapte de aimabele Fries op toen kwalificatie voor het EK van een jaar later was mislukt. Daarna kwam Cor Pot, die het volhield van 2009 tot 2013. Zijn oogst: geen deelname aan het EK 2011 en een halve finale op het EK van 2013. Vlekkeloos was het allemaal niet, maar er was in ieder geval continuïteit én met enige regelmaat deelname aan een eindtoernooi.
De afgelopen zes jaar was het echter kommer en kwel bij Jong Oranje, niet in de laatste plaats door de stoelendans in de dug-out. Albert Stuivenberg volgde Pot in juli 2013 op, maar vertrok precies een jaar later om aan de slag te gaan als assistent van Louis van Gaal bij Manchester United. Adrie Koster nam het roer over, maar de kwalificatie voor het EK 2015 mislukte en een paar maanden na zijn aanstelling pakte ook Koster zijn koffers.
Nadat Remy Reijnierse het even op interim-basis overnam, kwam Fred Grim in juni 2015. Doel, uiteraard: plaatsing voor het EK 2017. Ruim een jaar later werd hij echter doorgeschoven naar de technische staf van het Nederlands elftal, dit keer moest Art Langeler de kwalificatiereeks afmaken. De geschiedenis herhaalde zich: de trainer vertrok, onder opvolger Erwin van de Looi werd er naast kwalificatie voor het EK van 2019 gegrepen, waardoor de teller op drie gemiste eindrondes op rij staat: vijf van de laatste zes kwalificatiereeksen mislukten.
En dus is er de KNVB veel aan gelegen om van Jong Oranje eindelijk weer eens een succesverhaal te maken. Van de Looi bleef op zijn post en kondigde een nieuw elan aan. Spelers moesten weer met trots en passie uitkomen voor Jong Oranje, het EK van 2021 in Hongarije en Slovenië werd als ultiem doel gesteld, maar de route ernaartoe moest toch vooral weer voor een goede sfeer (zowel in- als extern) zorgen.
Die route is vrij overzichtelijk. Voor het eindtoernooi zijn in totaal zestien tickets te verdelen. Als gastlanden hebben Hongarije en Slovenië twee van die tickets al weggekaapt, dus blijven er nog veertien over. De kwalificatiereeks bestaat uit negen poules: alle negen groepswinnaars plaatsen zich rechtstreeks, net als de allerbeste nummer twee van al die groepen. De overige nummers twee (acht stuks) strijden in vier play-offwedstrijden om de vier overgebleven startbewijzen.
Concurrenten
Voor Jong Oranje begon de weg richting het EK vorige maand met een 5-1 zege op Jong Cyprus. In Groep 7 zitten verder Portugal, Noorwegen, Wit-Rusland en Gibraltar. Op papier zijn de Zuid-Europeanen en de Scandinaviërs de twee belangrijkste concurrenten, iets wat uit de eerste duels (zie stand onderaan) ook wel blijkt. En laten die twee landen nu nét de aankomende twee tegenstanders zijn. Vrijdag komt Portugal naar De Vijverberg, vier dagen later (op dinsdag) staat voor Jong Oranje een tripje naar Noorwegen op de rol.
Na dat tweeluik zijn er nog zeven duels te gaan, dus voor keiharde conclusies is het (linksom of rechtsom) sowieso nog te vroeg. Wat wél helder is, is dat twee mindere resultaten wederom een flinke deuk zouden slaan in de EK-droom, alle goede bedoelingen ten spijt. Maar ook: twee overwinningen, en de wetenschap dat daarna duels met Gibraltar en Wit-Rusland volgen, zouden enorme opstekers betekenen. En dus staat er tijdens de komende wedstrijden, hoe vroeg het ook is, al meteen meer dan genoeg op het spel.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login