Rienstra blikt terug: 'Je hoort: ik mag niets meer, en je denkt: ik ga dood'
Voor Ben Rienstra voelde het een halfjaar geleden alsof al zijn zekerheden uit het niets omver waren gekegeld. Bij de aanvoerder van Fortuna Sittard werd in de aanloop naar het nieuwe seizoen een hartafwijking vastgesteld.
Een dag eerder, bij de start van de voorbereiding, doorstond Rienstra de gehate piepjestest nog met gemak en werd hij voor zijn fitheid gecomplimenteerd door het hoofd medische zaken van zijn club. Nadat een onregelmatigheid in zijn hartritme was ontdekt, zat de 31-jarige Alkmaarder opeens tegenover een arts die hem vertelde dat hij nog van geluk mocht spreken. Zijn leven was misschien wel gered, door de keuring. Profvoetbal kon Rienstra verder vergeten.
Nooit meer voetballen. Hij kon het niet bevatten. 'Ik voelde me gewoon goed', vertelt Rienstra in het Kerstnummer van Voetbal International. 'Een paar dagen eerder rende ik nog kilometers. Ineens mocht ik niets meer. Dúrfde ik niets meer. Het vertrouwen in mijn eigen lichaam was weg.'
Hij durfde geen spannende film meer te kijken. 'Ook niet in de auto te stappen, of zelfs maar een stukje naar de supermarkt te lopen.' Het voelde voor Rienstra alsof hij met een tikkende tijdbom rondliep. 'Het enige wat je hoort is: ik mag niks meer. En je denkt: ik ga dood. Het was heel zwaar. Ik was bij wijze van spreken mijn testament al aan het schrijven. Je brengt de kinderen naar school en hoopt dat je dat nog heel lang mag blijven doen.'
Alles veranderde weer, onder meer na tussenkomst van Daley Blind. De international verwees zijn voormalig ploeggenoot uit de Ajax-jeugd naar zijn eigen cardioloog, die Rienstra aan grondig onderzoek onderwierp. Na een reeks testen en overleg met specialisten uit binnen- en buitenland, kreeg de Alkmaarder te horen dat zijn hart wel degelijk sterk genoeg was om te blijven sporten. Rienstra hoefde niet geopereerd te worden, maar kon met extra controles en behandelingen verder waar hij was gebleven.
In het verhaal, dat later vanochtend op VI PRO verschijnt, vertelt hij hoe hij de draad weer oppakte. En hoe zeven angstige weken hem hebben veranderd, als mens en als voetballer: 'Ik relativeer meer. Wil nog elke wedstrijd winnen, dat zit in me. Ik maak me nog altijd druk over een nederlaag. Tot ik uit de auto stap, dan gaat de knop om. Ik zie de kinderen en besef waar het allemaal om draait.'
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login