Serie A bedolven onder zwart-witte lawine
Dominant, overdonderend en meedogenloos. Dat zijn termen die passen bij de dertigste landstitel van Juventus. De Serie A werd dit seizoen bedolven onder een zwart-witte lawine.
Geen moment kwam de suprematie van Juventus zo tot uitdrukking als op 5 januari, toen AS Roma op bezoek kwam. Roma was ongeslagen en blaakte van het zelfvertrouwen, maar kreeg aan de voet van de Alpen een ongekend pak slaag: 3-0. Daniele De Rossi en Leandro Castan gingen in de slotfase uit frustratie en machteloosheid zwaar over de schreef en werden met rood van het veld gestuurd. Iedereen die die wedstrijd zag wist het: de Scudetto gaat weer naar Turijn. Alleen wanneer was nog de vraag.
Dat werd op zondag 4 mei, doordat de laatst overgebleven concurrent AS Roma met 4-1 verloor bij Catania. Het thuisduel vanJuventus met Atalanta Bergamo van maandagavond wordt daardoor een feestwedstrijd. Nu de druk van de ketel is, kan Juve zich volledig storten op het verbreken van het puntenrecord van Internazionale (97). Juve heeft uit zijn laatste drie duels zeven punten nodig om als eerste Serie A-club ooit de magische grens van 100 punten te doorbreken.
De belangrijkste pion van Juventus staat niet op het veld, maar langs de lijn. De pas 44-jarige Antonio Conte bewees dat jarenlange ervaring niet altijd een vereiste is om een topclub succesvol te leiden. De hand van Conte in dit elftal is duidelijk zichtbaar. Juventus is doortastend, sluw en geslepen, maar ook pragmatisch en realistisch. Net zoals Conte in zijn tijd als speler. Punten boven franje. Hoofd boven hart.
Perfectie
Conte smeedde een elftal dat de 3-5-2-tactiek tot in de perfectie beheerst. Gianluigi Buffon is ook op 35-jarige leeftijd nog met afstand de beste keeper van Italië. Vóór hem heeft Conte met Giorgio Chiellini, Andrea Barzagli en Leonardo Bonucci de beschikking over gedisciplineerde en bikkelharde mandekkers, die vooral weten waar hun kwaliteiten níét liggen. Stephan Lichtsteiner en Kwadwo Asamoah zijn even onderschat als onvermoeibaar. Als marathonlopers rennen zij wedstrijd op wedstrijd langs de zijlijn de longen uit hun lijf om het elftal in balans te houden.
Op het middenveld draait alles om L’Architetto, oftewel Andrea Pirlo. Op zijn 34ste is het meesterbrein misschien wel beter dan ooit tevoren. Pirlo is het tandwiel dat de Turijnse machine doet draaien. Vlak voor hem verzorgen Arturo Vidal en Paul Pogba het fysieke werk en de nodige doelpunten. Claudio Marchisio is een formidabel alternatief. Het grootste verschil tussen het Juventus van dit seizoen en dat van vorige jaargangen ligt voorin. Met Fernando Llorente (vijftien treffers) en Carlos Tévez (negentien, foto onder) heeft Conte eindelijk de beschikking over spitsen van internationale allure. De keuze is ruim, want Conte heeft Mirko Vucinic, Fabio Quagliarella, Pablo Osvaldo én Sebastian Giovinco achter de hand.
Uitdaging
Smet op de derde titel in successie is het wederom uitblijven van Europees succes. In de Champions League kwam Juve niet verder dan de groepsfase en in de Europa League vonden de Bianconeri hun waterloo in de halve finale. Juventus krijgt daardoor internationaal minder erkenning dan het misschien wel verdient. Net als Ajax domineert Juventus alleen binnen de landsgrenzen. Juve is een grote vis in een kleine vijver. Van Juve ook Europees een supermacht maken, is de volgende uitdaging voor Conte.
Tekst: Reon Boeringa
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login