Transferrecords sneuvelen massaal in circus Premier League

The Reds betalen liefst vijftig miljoen aan RB Leipzig voor de 22-jarige Keita, die pas volgend jaar de overstap maakt. Het record, dat dateerde van de zomer van 2015, werd daarmee aangescherpt. Twee jaar geleden legde Liverpool zo'n 45 miljoen euro op tafel voor Christian Benteke, die overkwam van Aston Villa. De club is daarmee allerminst een vreemde eend in de bijt. Liefst negen andere Premier League clubs deden deze zomer de grootste aankoop uit hun geschiedenis.

Chelsea gaf een monsterbedrag uit voor Álvaro Morata, Arsenal trok de portemonnee voor Alexandre Lacazette en Tottenham Hotspur spekte de kas van Ajax bij de transfer van Davinson Sánchez. Ronald Koeman haalde uit met de transfer van Gylfi Sigurdsson, Watford maakte van Andre Gray zijn nieuwe recordaanwinst en Nathan Aké werd de duurste Bournemouth-speler ooit. Ook promovendi Brighton & Hove Albion en Huddersfield Town deelden in de feestvreugde met respectievelijk José Izquierdo (Club Brugge) en Steve Mounié (Montpellier).

Hebben de andere tien clubs zich dan ingehouden? Nee. Manchester United (Romelu Lukaku), Leicester City (Kelechi Iheanacho), West Ham United (Marko Arnautovic), Stoke City (Kevin Wimmer) en Swansea City (Sam Clucas) deden de op één na grootste aankoop uit de clubhistorie.

Alleen Crystal Palace en Newcastle United hielden zich relatief in, al zou eerstgenoemde deze week nog wel eens diep in de buidel kunnen tasten voor Mamadou Sakho. Het record van Newcastle staat nog op naam van Michael Owen, die in 2005 voor 25 miljoen euro overkwam van Real Madrid.

De gigantische uitgaven van de twintig Premier League-clubs samen zijn ook goed voor een record, bij elkaar gaven ze al meer dan 1,27 miljard euro uit. Het is ontegenzeggelijk een gevolg van de astronomische tv-deal, die de clubs uit het hoogste niveau een bedrag van 2,75 miljard euro opleverde.