Uitgaven Chinese clubs wekken toorn eigen overheid

'We zijn van plan de transfers van buitenlandse spelers in te perken. Hetzelfde geldt voor de uitgaven aan salarissen', luidde een passage uit een communiqué van het ministerie van Sport. 'We willen een salarisplafond instellen om irrationele investeringen te voorkomen.'

Deze winter kozen onder anderen Carlos Tévez, Oscar, Axel Witsel, John Obi Mikel en Nemanja Gudelj voor een Chinees avontuur. De honoraria in China liegen er niet om. Tévez kan bij Shanghai Shenhua rekenen op een salaris van 722 duizend euro. Per week, voor de goede orde.

De Chinese clubs hebben van staatswege min of meer de opdracht gekregen om flink te investeren. President Xi Jinping wil dat China over een kleine tien jaar een goed figuur slaat op het WK. Steeds vaker wordt de vraag gesteld of het voor miljoenen halen van 'grote namen' de beste manier is om dat doel te bereiken. De overheid vindt dat clubs meer geld dienen te steken in de jeugdopleiding. 'We moeten clubs opbouwen die hun honderdjarig jubileum gaan vieren', aldus een andere passage uit de verklaring van het ministerie van Sport.

De Chinese Super League is deze transferperiode al goed voor 127,5 miljoen euro aan spelersuitgaven. Daarmee worden de Premier League (72 miljoen euro) en Serie A (53,5 miljoen euro) verwezen naar de tweede en derde plaats.

Bron: Transfermarkt.de

Vlak voor de jaarwisseling kondigde de Chinese voetbalbond al aan het maximumaantal buitenlanders per team terug te dringen van vijf naar vier. Daardoor is in elk geval een 'natuurlijke bovengrens' van 64 buitenlanders in de competitie gecreëerd. Pas in de nacht van 28 februari op 1 maart verstrijkt de transferdeadline in China.