Het allerheerlijkste aan toernooivoetbal is de penaltyreeks. Geen discussie hierover. Er zijn mensen die beweren dat de penaltyreeks oneerlijk is, dat de mindere ploeg er een psychologisch voordeel in vindt. Zelf geloof ik in het tegenovergestelde: de penaltyreeks ontdoet de sport van het oneerlijke verschil in kwaliteit. Nergens zijn de kansen zo gelijk als vanaf elf meter. Bovendien is de penaltyreeks de terechte wraak van de keeper, die al 150 jaar de meest schlemielige rol in het spel heeft. Eindelijk valt er voor hem óók eens wat te winnen.
Zelden supporter ik zó hartgrondig voor de ploeg op achterstand als wanneer er een penaltyreeks op handen is. De afschaffer van de sudden death is me daarom zeer genegen: die persoon heeft de kansen op meer penaltyreeksen eigenhandig vergroot. Zelf hoop ik ooit nog eens hoog bij de FIFA te eindigen en daar vervolgens mijn grote plan voor het afschaffen van de verlenging te ontvouwen én met behulp van oneigenlijk machtsmisbruik door te drukken. Gewoon, negentig minuten voetballen en bij gelijke stand: strafschoppen. Niet alleen op toernooien, maar altijd, elke week. Nooit meer een remise, elke doordeweekse 0-0 uitmondend in een grandioze 6-5 op leven en dood. Iedere speelronde een held, iedere avond een thriller. Uiteindelijk zal ik, gestaag opklimmend bij de FIFA, de speeltijd almaar verder terugdringen, tot deze zo is ingeperkt dat in principe elke wedstrijd op 0-0 eindigt en het voetbal definitief is vervangen door het veel spectaculairder ‘Penaltyschieten’. Het enige wat ik aan de huidige opzet van de strafschoppenreeks zou willen aanpassen, is de afstand die speler en keeper afleggen richting hun plek. Die is te kort. Keepers mogen ergens aan de zijkant hun beurt afwachten, spelers in de middencirkel. Zet ze elk bij één van de cornervlaggen aan de overkant van het veld. Laat ze parallel die hele weg naar de overzijde afleggen, laat ze elkaar ergens halverwege ontmoeten. Zoom in op die confrontatie. Zorg dat op dat moment Ennio Morricone uit de stadionboxen knalt…