Het tijdperk van Erik ten Hag bij Manchester United is voorbij. De nederlaag bij West Ham United (2-1 verlies) is zijn laatste wedstrijd gebleken. Analyse van een ploeg die het eigen aanvalsspel steeds maar niet weet te belonen met doelpunten.
Op bezoek bij West Ham United had Erik ten Hag de beschikking over iets wat hem door blessurepech en vormworstelingen in zijn selectie het voorbije jaar nauwelijks gegund was: continuïteit in de basiself. Ten opzichte van het thuisduel met Brentford (2-1), waar United na rust de sterkste helft van zijn seizoen speelde, hoefde de Nederlandse manager maar één wijziging te maken. Noussair Mazraoui keerde terug in de basis. Hierdoor mocht Lisandro Martínez zich weer in het centrum voegen bij Matthijs de Ligt.
Doordat Mohammed Kudus vorige week een (vrij bizarre) rode kaart pakte tegen Tottenham Hotspur, trof Ten Hag bij het zoekende West Ham United slechts één voormalig speler uit zijn Ajax-tijd: Edson Álvarez.
Met wat meer vastigheid in zijn basiself had Ten Hag een duidelijk doel. Zijn ploeg moest af van de status als slow starter. Manchester United heeft dit Premier League-seizoen nog geen enkele keer in de eerste 35 minuten van een wedstrijd gescoord.