Erik ten Hag heeft de Premier League hervat met een cruciale zege op Brentford (2-1). In het thuisduel met de Londenaren blijkt eens te meer hoe extreem afhankelijk Manchester United is van Bruno Fernandes. Analyse van een sterspeler die continu de gebreken van zijn ploeggenoten moet maskeren.
Terwijl zijn functioneren bij Manchester United onder een vergrootglas ligt, heeft Erik ten Hag ook nog eens te maken met een blessuregolf. Vooral achterin is het tegen Brentford puzzelen voor de Nederlandse manager. Door het wegvallen van Noussair Mazraoui zit Ten Hag dun in zijn backs, aangezien Luke Shaw en Tyrell Malacia nog niet speelklaar zijn. Daarom moet Lisandro Martínez opdraven als gelegenheidsback.
Omdat Martínez op links moet bijbeunen, zomeraankoop Lenny Yoro er nog wel een paar weken uitligt en Harry Maguire een kleine kwetsuur heeft opgelopen in het laatste competitieduel, moet Ten Hag centraal achterin teruggrijpen op de 36-jarige Jonny Evans. Op het middenveld vervangt verrassend genoeg niet prijzige zomeraanwinst Manuel Ugarte, maar de recentelijk verguisde Casemiro de uitgevallen Kobbie Mainoo. Van luxeproblemen is er kwalitatief bij United absoluut geen sprake.
Met Brentford treft Ten Hag de tactisch veelzijdigste ploeg van de Premier League. Waar de ploeg van Thomas Frank vorig jaar twee totaal verschillende tactieken hanteerden tegen topteams (5-3-2, laag blok) en gelijkwaardige opponenten (4-3-3, meer vrijheden), mikt de Deense manager dit jaar op felle pressie. Vanuit een 4-4-2-formatie met Bryan Mbeumo naast diepste spits Kevin Schade zetten de Londenaren de United-opbouw in het vroegste stadium telkens onder druk.