Het moest het EK van Nederland worden. In 2008 vierde de Oranje-koorts eventjes hoogtij, na imposante overwinningen op wereldkampioen Italië (3-0) en titelfavoriet Frankrijk (4-1). Totdat Rusland exact zestien jaar geleden de hoop op een nieuwe EK-titel aan diggelen schoot. VI PRO blikt terug op de memorabele kwartfinale - die een stuk anders verliep dan ons collectieve geheugen dat toelaat.
I. Smaakmaker ontbreekt
Terugblikkend op de gemiste EK-kans was toenmalig bondscoach Marco van Basten duidelijk. Het gemis van Arjen Robben brak Nederland op tegen Rusland. Op de laatste training voor de kwartfinale viel de sterspeler op de vleugel uit.
'Het gekke en jammerlijke was dat Arjen Robben twee minuten voor het einde al grijpend naar zijn lies van het veld stapte met de mededeling: Ik heb wat. Dat hij niet meedeed tegen Rusland vond ik de grootste aderlating', blikte Van Basten tegenover NRC terug. 'Arjen was voor ons erg belangrijk, we misten diepte in ons spel. Wesley Sneijder, Dirk Kuijt en Rafael van der Vaart zijn geen diepgaande spelers. En Robin van Persie had het seizoen ervoor door blessures te weinig wedstrijden gespeeld. Dat was op de trainingen te merken. Robben had tegen Frankrijk en Roemenië bewezen in vorm te zijn.'
Hoewel Robben in het openingsduel met regerend wereldkampioen Italië (3-0) ook al ontbrak door een blessure, was hij als supersub doorslaggevend tegen Frankrijk (4-1). Met een imposante rush bereidde hij de 2-0 van mede-invaller Robin van Persie voor, en de aansluitingstreffer van Thierry Henry beantwoordde hij met een inmiddels iconisch geworden knal in de korte bovenhoek.
Tegen Rusland opteerde Van Basten daarom weer voor Dirk Kuijt. Een beslissing die uiteindelijk precies zou passen in het strijdplan van het Rusland van Guus Hiddink.