Na acht seizoenen kon in Genk weer eens een landstitel worden gevierd. Het succes komt niet uit de lucht vallen. Al een aantal jaar hanteert de kersverse kampioen een aantal vaste regels bij het samenstellen van de selectie. Hoe Anderlecht, Club Brugge en Standard Luik werden ingehaald.
1. Zorg dat jaarlijks een derde van de selectie uit de eigen opleiding komt
Van de 29 spelers met wie RC Genk deze competitie begon, kwamen er acht uit de eigen opleiding. Van de 25 huidige selectiespelers zijn dat er zeven, onder wie twee doelmannen. Twee eigen jonkies zijn basisspeler: aanvaller Leandro Trossard (24) en middenvelder Bryan Heynen (22). Ook linksback Casper De Norre (22), door Genk opgeleid maar na enkele omwegen voor vier miljoen euro teruggehaald, komt vaak aan spelen toe, terwijl verdediger Dries Wouters (22) regelmatig invalt.
In zijn dertigjarige bestaan leidde Genk tachtig Belgische voetballers op die prof zijn geworden. Tien van die tachtig, onder wie Dennis Praet en Yannick Carrasco, verlieten Genk voor ze het eerste elftal haalden, nog eens 38 anderen haalden de Genkse A-selectie. Achttien door Genk opgeleide spelers werden minstens één keer opgeroepen voor de Belgische nationale ploeg. En tijdens het voorbije WK in Rusland waren negen spelers actief die een deel van hun opleiding in de jeugdopleiding van RC Genk genoten: bij België waren dat Kevin De Bruyne, Thibaut Courtois, Yannick Carrasco, Koen Casteels, Timothy Castagne, Divock Origi en Christian Benteke. Bij Servië speelde Sergej Milinkovic-Savic, bij Nigeria Wilfred Ndidi.