Zondagochtend zat Sparta-keeper Nick Olij in een televisiestudio. Gedurende de uitzending zei Olij weinig opzienbarends, hij beperkte zich tot het jargon van de actieve voetballer die weet: alles wat ik zeg, kan en zal vroeg of laat tegen me gebruikt worden. Misschien is het keepers eigen; je neemt toch het zekere voor het onzekere.
Het gesprek kwam op het Nederlands elftal.
Of Olij iets wilde vertellen over de trainingen bij Oranje.
Vooruit.
‘Vorige maand heb ik voor het eerst Frenkie meegemaakt… Nou, ik hoef volgens mij niet te zeggen hoe goed hij is….’
Deze column is afkomstig uit het VI-weekblad. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat.