Voor een voetballer met de kwaliteiten van Frenkie de Jong is het niet zo bijzonder dat hij met andere wereldsterren in de kleedkamer zit. Toch is het ook fascinerend hoe voetballers met een minder cv ook weleens bij toeval grootheden in hun team treffen. Het mooie is dat ze die topspelers vaak in hun nadagen op bijzondere oorden tegenkomen. Zo sliep Sergio van Dijk met Champions League-winnaar Michael Essien tussen de kakkerlakken in de Indonesische jungle.
In de rubriek Onmogelijke Combinaties lichten we iedere keer een speler uit die plotseling met een fenomeen op een bijzondere plek belandde. In deze aflevering RKC’er Hans Mulder (35), die in India de gekste avonturen meemaakte met Alessandro Del Piero, Roberto Carlos en Marco Materazzi.
‘Door het overlijden van mijn vader en de degradatie met NEC zat ik in 2014 niet in mijn beste periode. Ik liet mijn contract ontbinden en kreeg niet veel later een belletje van mijn goede vriend Serginho Greene. Zijn oude club Feyenoord had op dat moment een samenwerking met Delhi Dynamos FC en ze zochten spelers voor het nieuwe seizoen. Ik had geen flauw idee wat ik ervan kon verwachten, maar toen ik hoorde dat ook Del Piero bij die club ging spelen, hoefde ik niet langer te worden overgehaald. Ik speelde vroeger altijd met hem op FIFA en PES en nu kreeg ik een supermooie kans om met hem te voetballen. Niet veel later zat ik in het vliegtuig richting India.’
‘Uiteindelijk was Del Piero twee maanden later dan ik in Delhi, omdat hij gedoe had met zijn visum. Van tevoren verwachtte ik misschien wat arrogantie bij zo’n topspeler, maar hij was juist een hele relaxte gast. Hij sprak net als ik Spaans, waardoor we eigenlijk meteen een klik hadden. Mijn eerste duel naast hem op het veld speelde ik best wel lekker. Na de wedstrijd kwam hij naar me toe: “Je speelde echt goed, maar probeer voordat je de bal schiet eens wat meer om je heen te kijken”. Dat is uitgerekend het punt waar ik heel mijn carrière als middenvelder moeite mee heb gehad. Ik vond het wel bijzonder hij slechts één potje nodig had om zoiets te zien.’
Del Piero werd veertig in die periode, maar toch ging hij na iedere training nog een half uurtje vrije trappen schieten. Zonder te overdrijven: van de dertig ballen schoot hij er 28 binnen
‘Zelf had hij wel een waanzinnig overzicht. Hij keek vooraf al om zich heen, kwam in de bal en stak dan net zo makkelijk met links en rechts onze buitenspelers weg. Bijna iedere bal was perfect op maat. Hij werd veertig in die periode, maar toch ging hij na iedere training nog een half uurtje vrije trappen schieten. Zonder te overdrijven: van de dertig ballen schoot hij er 28 binnen.’
‘Wat ik wel bizar vond, is dat hij dag voor de wedstrijd nooit met de groep meetrainde. Hij had daarvoor bij Sydney FC gespeeld en had altijd een eigen fysio uit Australië bij zich. Die man stalde dan tien palen voor hem uit en steeds moest hij dan naar een andere paal rennen. Die beelden werden opgenomen en doorgestuurd naar Italië. Vanuit daar bepaalden ze dan hoeveel minuten hij dat weekend in actie kon komen.’
‘In Delhi hadden we Harm van Veldhoven als trainer. Del Piero deed op zijn veertigste wat minder op de training en daar had Van Veldhoven moeite mee. Daardoor kwam het soms voor dat hij Del Piero op de bank zette. Op een dag speelden we tegen Chennaiyin FC, waar de bikkelharde verdediger Materazzi speelde. Op een gegeven moment kreeg een van onze spelers op het middenveld de bal. Hij stond met zijn rug naar de goal toe, dus er was letterlijk niets aan de hand. Ineens kwam hij met zo’n echte Materazzi-tackle keihard in op mijn teamgenoot.’