Als Wesley Sneijder vroeger op de basisschool weer eens niet luisterde, en de leraar zei; ‘Pas op, dit is belangrijk voor later!’, dan zei Wesley altijd; ‘Niet voor mij, ik word toch profvoetballer!’
Hoewel hij pas zeven was toen hij naar Ajax ging, wist hij toen al honderd procent zeker dat hij profvoetballer ging worden. Dat vertelde Silvia Sneijder, de moeder van Wesley me een paar jaar geleden toen ik bij haar thuis was voor een boek over voetbalmoeders. En ze vertelde dat ze dat natuurlijk bloedirritant vond. Geen enkele moeder zit op dat soort teksten van haar kind te wachten, en zeker niet van een zevenjarige. Dus dan zei Silvia; ‘Wes, kom op nou, profvoetballer worden is maar voor één op de duizenden kinderen weggelegd’
‘Ja klopt’, zei Wesley dan. ‘Maar ik ben die ene’.