April is de maand van de waarheid voor AZ. Met de krakers tegen PSV en Ajax én de bekerfinale tegen Feyenoord voor de deur, is het de vraag of de Alkmaarders hun goede vorm eindelijk kunnen vertalen in resultaten tegen de traditionele topclubs. VI legt vijf AZ-coryfeeën vier thema’s voor.
Speelwijze versus resultaat
Pier Tol: ‘Als ik op televisie naar PSV of Ajax zit te kijken, wil ik nog weleens gaan zappen. Bij AZ heb ik dat nooit dit seizoen. Ze spelen het mooiste voetbal van de Eredivisie. Een lekker en aantrekkelijk spelletje, waarmee ze hun tegenstanders naar achteren drukken op eigen helft. Met veel dynamiek en positiewisselingen jaagt AZ op doelpunten. Daar kun je af en toe mee op je bek gaan, maar dat zal dan wel. En het leuke is dat het dit seizoen na welijks gebeurt. De punten blijven binnenstromen, terwijl het spel aantrekkelijk blijft. John van den Brom heeft er echt wat goeds van gemaakt. Eigenlijk verdient de hele clubleiding een compliment: met het succesvol inzetten op eigen jeugd geeft AZ het goede voorbeeld aan alle clubs in Nederland.’
Hugo Hovenkamp, tegenwoordig actief als scout van de club: ‘AZ speelt dit seizoen fris voetbal, gericht op het maken van goals. Het mooiste van alles vind ik dat hierop beleid is gemaakt. De eigen jeugdspelers breken als een dolle door en ze halen meteen het vereiste niveau. Het voordeel is dat die gasten weten wat er moet gebeuren in het veld. Omdat ze hier zijn opgeleid. Op elke positie heerst duidelijkheid en ook als team is iedereen naar elkaar toe gegroeid. Het is veelzeggend dat een schorsing of blessure geen invloed heeft op het spelniveau. Zo zijn de posities van Calvin Stengs en Marko Vejinovic na hun zware blessures prima ingevuld. Of neem de defensie: Ron Vlaar viel weg, waarna Pantelis Hatzidiakos doorstroomde. En als Stijn Wuytens een keer niet kan starten, zoals afgelopen zaterdag in de uitwedstrijd tegen ADO Den Haag, dan neemt de inmiddels herstelde Vlaar die plek moeiteloos over. Dat is lekker, hoor.’