Het klinkt nog erger dan vloeken in de kerk, maar zelfs Lionel Messi en Cristiano Ronaldo hebben niet het eeuwige leven. We zijn aanbeland in het jaar dat ze samen zeventig kaarsjes uitblazen. Het einde van een gouden tijdperk nadert, helaas. Met hopelijk nog een aantal mooie momenten in het verschiet een tussenstand van de onderlinge tweestrijd die de Argentijn en Portugees naar ongekende hoogten heeft gestuwd.
GOUDEN BALLEN
Messi wint met een neuslengte: 1-0
De allereerste keer dat een van de twee opduikt in de Ballon d’Or-verkiezing is in 2004. Ruim achter de topdrie Andrei Shevchenko, Deco en Ronaldinho, en ook nog achter EK-uitblinker Angelos Charisteas, maar vóór Kaká, Zinédine Zidane en de net van Ajax naar Juventus getransfereerde Zlatan Ibrahimovic eindigt Cristiano Ronaldo op elf punten. Ofwel 1,4 procent van alle mogelijk te behalen punten. Eén stemmer beschouwt de verliezend EK-finalist als op één na beste van Europa, één als nummer drie en twee als nummer vier. Cristiano Ronaldo is dan negentien jaar en net bezig aan zijn tweede seizoen onder Sir Alex Ferguson bij Manchester United.