Hongarije-Nederland is vrijdag een ontmoeting tussen de nummer 32 en 7 van de FIFA-ranking. Een, doorgaans, ongelijke strijd tussen, zeg, de gemiddelde huiskat en een hongerige leeuw. In de laatste onderlinge interland werd het 8-1 voor Oranje. Maar ooit waren de rollen omgekeerd, en daarvoor hoeven we niet eens terug naar de zwart-wit-tijd. Toen een jonge Utrechter met een geniaal moment voor een ‘daverende verrassing’ zorgde.
Een verrassing zo daverend dat in Oostenrijk zelfs over competitievervalsing werd gesproken, er vergelijkingen werden getrokken met de 12-1 zege van Spanje op Malta die het Nederlands elftal het EK 1984 had gekost. ‘Ik heb me enorm geërgerd aan Hongarije’, sprak bondscoach Branko Elsner zonder blikken of blozen over de 0-1 overwinning van Oranje in Boedapest, waardoor zijn Oostenrijk de play-offs en dus het WK in Mexico definitief misliep. ‘In alle kwalificatiewedstrijden zijn de Hongaren verschrikkelijk fel geweest. Daarvan was tegen Holland niets terug te vinden.’