Ajax zorgt voor unicum in modern Champions League-tijdperk

22.59,

16 apr. 2019

Ajax heeft met het bereiken van de halve finale ten koste van Juventus een welhaast unieke prestatie geleverd. Sinds het seizoen 2004/05 bereikte een club uit een kleiner voetballand nooit meer de laatste vier in de Champions League.

Ajax zorgt voor unicum in modern Champions League-tijdperk

Het PSV van Guus Hiddink was veertien jaar geleden de laatste halvefinalist die niet afkomstig was uit een van de grote vijf competities (Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Spanje). De Eindhovenaren wonnen in het seizoen 2004/05 in de kwartfinale na penalty's van Olympique Lyon en zouden tegen AC Milan maar net naast een finaleplaats grijpen.

Sindsdien was het lang wachten op een dergelijke prestatie van een club uit een van de kleinere Europese competities. De kwartfinale halen lukte clubs uit landen als Portugal, Turkije, Cyprus, Oekraïne en Rusland nog wel, maar een plek in de halve finale was telkens te veel gevraagd. Totdat Ajax dinsdagavond dus afrekende met Serie A-grootmacht Juventus.

Voor Nederland is het sinds de oprichting van de Champions League in het seizoen 1992/93 de vijfde keer dat een club de halve finale haalt. Het Ajax van Louis van Gaal deed het drie keer op rij in de jaren negentig en PSV volgde deze eeuw dus. Het is meer dan de andere kleinduimpjes Portugal (twee), Griekenland (één) en Oekraïne (één) gezamenlijk voor elkaar kregen.

Mourinho won in 2004 de Champions League met Porto. Het is de laatste keer dat een club van buiten de vijf Europese topliga's het toernooi won.

Opvallend is dat van die landen alleen Portugal deze eeuw een club bij de beste vier had. Het FC Porto van José Mourinho won de Champions League in 2004, nadat het in het seizoen 1993/94 al eens de halve finale had gehaald. De halvefinalisten uit Griekenland (Panathinaikos, 1995/96) en Oekraïne (Dinamo Kiev, 1998/99) dateren uit de vorige eeuw.

In de beginjaren van het kampioenenbal was de bezetting van het prestigieuze toernooi nog een stuk minder sterk dan deze eeuw, waarin steeds meer ruimte kwam voor de topclubs uit de grote Europese competities. Het maakt eens te meer duidelijk dat Ajax met het bereiken van de halve finale in de Champions League de uitzondering is die de regel bevestigt.

Overigens hoeft Nederland met vijf halvefinaleplaatsen niet heel veel onder te doen voor Frankrijk, dat traditioneel bij de grote vijf Europese competities wordt geschaard. Acht keer bereikte een Franse club de laatste vier in de Champions League, één keer resulteerde dat in de eindzege (Olympique Marseille in 1993), één keer in een finaleplaats (AS Monaco, 2004).