De Cruijff van de Balkan was een zeldzaam licht
Voetbal International kiest na elke speelronde in de Eredivisie de Speler van de Week. Voor de negentiende speelronde was dat SC Heerenveen-middenvelder Filip Djuricic.
Met zijn eerste optreden op de Friese piste sinds een maand, groeide Filip Djuricic (18) voor SC Heerenveen thuis tegen De Graafschap (4-0) uit tot Man van de Wedstrijd. Waar medespelers en tegenstanders glibberden en gleden, danste de jonge vleugelflitser op het ijs.
Het leverde in de 34ste minuut zijn eerste competitiegoal op. Luciano Narsingh verzorgde de pass in de diepte, twee verdedigers van De Graafschap werden op snelheid geklopt en de zwakke Doetinchemse doelman Boy Waterman in twee instanties ook: 2-0.
Twintig minuten na rust was de Serviër met een splijtende lengtepass de aangever van Narsingh op diens weg naar de tweede dikke competitiezege van SC Heerenveen op rij. Daarmee gaf Djuricic weer eens een teken van veelbelovend leven af. Nadat hij eind januari achttien jaar was geworden en eindelijk speelgerechtigd in Nederland, beleefde hij een stormachtige entree bij SC Heerenveen.
Aangekondigd als de Cruijff van de Balkan was hij met zijn kwikzilverachtige spel een zeldzaam licht in het duistere Friese elftal dat meerdere trainers verloor en vele punten verspeelde. In het laatste deel van de competitie stond Djuricic in negen duels in de basis en zijn inbreng was een wekelijkse demonstratie van gave techniek en helder spelinzicht.
Hoe anders ging het dit seizoen? Net als Bas Dost ondervond ook Djuricic de knoet van Ron Jans, de nieuwe trainer in Heerenveen. Zoals zoveel Balkan-voetballers heeft Djuricic niet alleen franje maar ook flegma in zijn spel. Hij wel eens een mannetje laten lopen of een omschakelmoment vergeten. Van de dertien competitieduels waarin Jans hem gebruikte stond hij er slechts vier aan de aftrap. Tegen De Graafschap liet hij als linkermiddenvelder niet alleen een fluwelen eerste balbehandeling en een voortdurende aanspeelbaarheid zien, maar ook een hoog arbeidsethos. 'Ik moet inderdaad beter worden in meeverdedigen’, bekende hij recent in VI. 'Van Ron Jans kan ik veel leren. Voor zijn komst nam ik trainingen niet altijd serieus, nu leer ik dat elke sessie van belang is.'
Omgaan met tegenslag leerde Djuricic al eerder in zijn veelbewogen leven. Als zoon van een zaalvoetbalprof groeide hij op met de vurige liefde voor Rode Ster Belgrado. Djuricic speelde er in de jeugd, werd er jeugdinternational maar tot een contract kwam het nooit.
Op weg naar erkenning en geld nam hij op vijftienjarige leeftijd de wijk naar Olympiakos Piraeus, maar ook in Griekenland werd hij onder dreiging van een FIFA-zaak nimmer een professional. Een illusie armer maar nog immer trots keerde hij terug naar zijn geboorteland. Echter niet in de geopende armen van Rode Ster dat de transferrechten van het talent wilde veiligstellen.
Om dwars te liggen en zijn carrière vlot te trekken keerde Djuricic terug bij Obrenovac, de club uit zijn geboortestad. Na een jaar al dong Ajax naar zijn handtekening, maar SC Heerenveen haalde die op voorspraak van Miralem Sulejmani binnen. 'Hij heeft me uitstekende verhalen over de club verteld', zei Djuricic. 'De rust is in Heerenveen goed voor me.'
En dus toog hij naar het koude noorden vanuit de illusie ooit in het zuiden van Europa te eindigen. 'Natuurlijk droom ik over meer, maar ik sta pas aan het begin van mijn carrière. Over vier of vijf jaar hoop ik bij een Europese topclub te spelen. Pas als ik de beste speler van de Eredivisie ben, is het tijd voor een volgende stap.'
Tekst: Peter Wekking
Foto's: VI Images