Een uitwedstrijd met VV De Monnik uit Schiermonnikoog
In Voetbalpassie keren we terug naar de bakermat van het Nederlandse voetbal. Op de amateurvelden gaat Voetbal International op zoek naar unieke verhalen. De vijfde aflevering gaat over VV De Monnik, het amateurteam dat met de boot naar zijn uitwedstrijden reist.
De golven klotsen op zaterdagochtend tegen de veerboot. Op het schip zitten de spelers en de technische staf van VV De Monnik rustig aan een bakje koffie. Het enige amateurteam van Schiermonnikoog is onderweg naar het vaste land. Om de week moeten ze de oversteek maken naar Lauwersoog om vanuit daar met auto’s richting een amateurveld in Friesland te rijden. De inwoners van het Waddeneiland moeten er wat voor over hebben om op zaterdag een potje te voetballen.
De spelers beginnen op de boot ineens hard te lachen. Terwijl het schip net is begonnen met varen, komt aanvoerder Tony erachter dat hij zijn voetbalschoenen is vergeten. ‘Ik weet ook meteen waar ik ze thuis heb liggen’, zegt hij. ‘Maar ja, daar heb ik nu even weinig aan.’ Hij loopt wat rood aan, maar gelukkig heeft een van zijn teamgenoten een extra paar in zijn maat bij zich.
Belevenis
Eerder die ochtend lopen we in alle vroegte het complex van De Monnik op. In de kantine zitten wedstrijdsecretaris Hans Huizing en manusje van alles Aldert Stielstra aan de koffie. Ze hebben vroeger allebei in het eerste gespeeld, maar zetten zich nu volop in, zodat de jonge generatie op Schiermonnikoog kan voetballen. Het eiland telt minder dan duizend vaste inwoners, waardoor er naast De Monnik geen enkele andere amateurclub is. De vereniging bestaat sinds 1933 en heeft momenteel drie juniorenteams en één seniorenelftal. Met de hoofdmacht gaan we vandaag een uitwedstrijd beleven in de reserve 4e klasse tegen GSVV uit Gerkesklooster. ‘Gerkesklooster-uit, altijd lastig’, zegt Hans.
Toen zijn we uiteindelijk met een reddingsboot terug naar Schiermonnikoog gegaan, anders waren we niet meer thuisgekomen
Hans legt uit dat er behoorlijk wat komt kijken bij een uitwedstrijd van De Monnik. ‘Het gaat tegenwoordig iets makkelijker, omdat er nu boten af en aanvaren. Vroeger gingen er maar drie of vier boten per dag.’ In zijn tijd als speler heeft hij nog meegemaakt dat hij voor een competitiewedstrijd richting Blokzijl in Overijssel moest. ‘Toen zijn we uiteindelijk met een reddingsboot terug naar Schiermonnikoog gegaan, anders waren we niet meer thuisgekomen.’
Voor andere teams is het één keer in het jaar een hele belevenis om vanaf het vaste land richting Schier te komen. ‘Veel teams komen al op vrijdagavond en gaan pas om zondag weer weg’, vertelt Hans. ‘Die maken er echt een uitje van.’ Op vrijdag- en zaterdagavond lopen spelers van De Monnik regelmatig tegenstanders tegen het lijf in het uitgaansleven. Hans weet dat die stapavondjes vaak een voordeel zijn voor de thuisploeg. ‘Ze gaan dan op vrijdagavond een pilsje halen in het dorp. Dat loopt nog weleens uit de hand hier. Regelmatig hoor je van de tegenstander dat ze jongens van hun bed moeten lichten. Of dat spelers zoiets hebben van: Zet mij maar wissel vandaag.’
Kroeg
De Monnik heeft een prachtig hoofdveld en daarnaast nog een trainingsveld. Hans en Aldert leggen voor de tribune uit dat er tegenwoordig vooral jonge gasten in het eerste elftal van De Monnik spelen. Het zijn veelal jongens die op het eiland wonen en in de horeca werken. Sommige spelers studeren ook op het vaste land en komen in het weekend naar huis om in de kroeg wat bij te verdienen en een potje mee te ballen. Doordat veel jongens werken, is het vaak lastig om iedere zaterdag bij het voetbal aanwezig te zijn. Vandaag schittert ook een stuk of tien man door afwezigheid.
De vijftigjarige Hans moet daarom ook aan de bak. ‘Ik heb mijn schoenen van zolder gehaald.’ Na de wedstrijd moet Hans weer zo snel mogelijk terug naar het eiland omdat hij om vijf uur ‘s middags als kok in de keuken moet staan. Hoewel het soms best veel tijd kost om alles te organiseren, is het hem allemaal waard. ‘Zaterdag op pad met de jongens blijft het mooiste wat er is.’
Hans en Aldert laten het complex van De Monnik achter zich. Om 10 uur wordt er namelijk verzameld voor de Tox Bar, een bekende discotheek in het centrum. De voetballers druppelen een voor een binnen. Ze moeten ook nog een speler genaamd Bram van zijn bed halen. Hij heeft die avond ervoor gewerkt en heeft daarna nog een gezellige borrel gehad. Het speciaalbier vloeide rijkelijk en daarom komt hij even later met een wit gezicht bij de rest van de groep staan. Hij rookt een sigaret en voordat hij het doorheeft, moet hij alweer in actie komen. De bus richting de boot vertrekt namelijk, waar een groot deel van het elftal instapt.
We moeten regelmatig spelers uit hun bed bellen
Alle spelers verplaatsen zich even later met hun voetbaltassen van de bus naar de boot, die om half 11 vertrekt voor de tocht van drie kwartier richting het vaste land. ‘We moeten regelmatig spelers uit hun bed bellen’, vertelt Robin, een aanvaller uit het elftal.’ Verdediger Peter vult aan: ‘Zoals Bram vandaag, die heeft een leuke avond gehad.’ Ze bevestigen dat veel andere teams vaak een heel weekend richting hun eiland komen, maar zeggen dat sommige clubs in de winter minder enthousiast zijn. ‘In de winter komen teams regelmatig niet opdagen, die stellen het liever uit naar de zomer’, zegt Peter. ‘Dan kunnen ze een mooi weekendje pakken. In winter kan het daardoor weleens voorkomen dat we twee maanden niet voetballen.’
vriendenteam
Het zijn lange uitwedstrijden voor De Monnik, maar toch stapt Peter Iedere week met plezier de boot op. ‘Het is een vriendenteam. Er is ook maar een elftal, maar ja, we zijn wel vrienden.’ De reis is altijd al erg gezellig en vaak plakken ze er na de wedstrijd nog een derde helft aan vast. ‘Die hebben we nog nooit verloren’, lacht Peter. Robin: ‘Die winnen we altijd. Na de wedstrijd krijgen we nog weleens een kratje bier van een toeschouwer.’ Een tijdje terug hebben ze met het elftal een geluidsbox aangeschaft. Daar zitten discolampen en een microfoon bij om mee te blèren. ‘We maken er altijd een feestje van’, zegt Robin.
Niet veel later komt de boot aan op het vaste land in Lauwersoog. De voetballers gooien de tassen over hun schouders en lopen naar buiten. Schiermonnikoog is een autoluw eiland en daardoor hebben veel bewoners hun auto in de parkeergarage op het vaste land staan. De spelers en staf rijden in verschillende bolides richting het Friese dorpje Gerkesklooster. Na ruim een half uur komen ze aan in het dorp dat bestaat uit een aantal straten en een klooster. Doordat De Monnik afhankelijk is van de vaste boottijden zijn ze veel te vroeg op het complex van de tegenstander. Ze moeten nog bijna anderhalf uur doden voordat de wedstrijd begint. Zelfs de thuisploeg is op dit vroege tijdstip nog niet aanwezig. De spelers hangen in de kantine, werken een frietje naar binnen, trappen een balletje en kijken met veel bewondering naar voetballende dames. ‘Jullie hebben de verkeerde wedstrijd uitgekozen’, grinniken ze.
We zijn vroeger een keer alle shirts vergeten. Toen hebben we aan wal nog even allemaal nieuwe shirtjes moeten kopen
Als de wedstrijd nadert, gaan de amateurvoetballers richting de kleedkamer. Daar knallen ze de geluidsbox aan, waaruit een kruising tussen hardcore en après-ski-muziek te horen is. Ze dansen erop los en hijsen zich in de rood-blauwe tenues. Op de shirts prijkt hoofdsponsor Wagenborg, het bedrijf dat de veerboten van de eilanden naar het vaste land regelt. Twan, een van de aanvallers van het elftal, wikkelt zijn bovenbeen in plastic folie. Hij heeft namelijk net een nieuwe tatoeage laten zetten.
De spelers lopen even later met een zak ballen naar buiten voor de warming-up. Terwijl het team op de achtergrond in een rij de kruispas uitvoert, vertelt coach Jan van der Zaag dat hij deze week weer met kunst- en vliegwerk spelers bij elkaar heeft gekregen. ‘Het was weer schrapen’, zegt hij. Hij heeft ook meegekregen dat zijn aanvoerder zijn schoenen is vergeten. ‘De aanvoerder hoort het goede voorbeeld te geven’, lacht hij. ‘Dat doet hij keurig!’ Jan is zelf ook speler van De Monnik geweest en weet als geen ander dat de boottocht weleens penibele situaties kan opleveren. ‘We zijn vroeger een keer alle shirts vergeten. Toen hebben we aan wal nog even allemaal nieuwe shirtjes moeten kopen.’
Zaag
Drieënhalf uur nadat De Monnik vanochtend bij elkaar kwam, fluit de scheidsrechter voor het begin van de wedstrijd. Het duel heeft een hoog kelderklasse-gehalte. Tegenstander GSVV heeft een team bestaande uit een aantal uit de kluiten gewassen gasten. Ze zijn er niet vies van om af en toe een kleine zaag uit te delen. Een schot van een van de reuzen uit Gerkesklooster eindigt huizenhoog over. ‘Honderd!’, roept de bank van De Monnik in koor. Een van de jongste spelers van de eilandclub heet Darryl. Hij is die avond ervoor teruggekomen van zijn vakantie en draagt handschoenen. Als het spel even later stilligt, staat hij met een bidon in zijn hand uit te blazen. ‘Jetlag hè’, zegt hij richting zijn trainer. Dat doet vermoeden dat hij naar een ver oord is geweest, maar zijn vakantieadres was Gran Canaria.
Een deel zal aan het bier gaan, terwijl andere jongens direct weer aan het werk moeten in de horeca
De Monnik komt in de eerste helft op voorsprong door een treffer van Twan. In de tweede helft prikt hij er nog twee doelpunten bij, waardoor de eilanders met een 0-3 overwinning van het veld stappen. De ploeg neemt nog even een elftalfoto voor het scorebord in Gerkesklooster. ‘Vanavond even met z’n allen een biertje drinken in de Tox Bar’, zegt hattrickheld Twan tevreden. ‘Helaas moet alles door de nieuwe regels alweer om acht uur dicht.’
Omdat deze wedstrijd onhandig uitkwam met de boottijden voor de terugweg, heeft het elftal een boottaxi geregeld. Een deel zal aan het bier gaan, terwijl andere jongens direct weer aan het werk moeten in de horeca. Zeven uur na de verzameltijd zullen de spelers uiteindelijk weer voet op het eiland zetten. Twan: ‘Gelukkig spelen we volgende week weer lekker thuis.’
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login