Het levensverhaal van een kleurrijke lokale held
Midden jaren vijftig was Selis Drost, een voormalige speler van HVC en Wageningen, trainer van mijn dorpsclub SDOO in Heteren. Twee keer per week kwam hij met de pont van de overkant naar de Zwarteweg om ons te trainen. We keken tegen hem op en hingen aan zijn lippen. Drost had jaren in de top gespeeld op die prachtige Wageningse Berg. Frans Beijer, Johan Oerlemans en Charly van de Weerd waren helden in de Betuwe. Ook Drost, die in zijn nadagen voor de amateurs van WAVV speelde, had een dergelijke status. Af en toe kwam zijn op 21 september 1945 geboren zoon Eimert mee.
Hij was een paar jaar ouder dan ik, kon veel beter voetballen en had een vetkuif om jaloers op te zijn. Eimert - in de speeltuin aan de Gruttostraat in Wageningen zou die naam worden verbasterd tot Epy - was een nozem. In het pre-Beatles-tijdperk waren de tieneridolen Elvis Presley, Vince Taylor, Bobby Rydell, Frankie Avalon en Fabian de trendsetters. Epy was een natuurtalent. Evenals zijn vader, die de Wageningse Houthandel runde, werd Epy timmerman. En op 23 september, twee dagen na zijn zeventiende verjaardag, debuteerde hij in het eerste elftal van Wageningen tegen De Graafschap. Tussen de ervaren krachten Cees Quint, Geurt Martens, Ton van de Weerd en Piet Dielissen dwong hij meteen een basisplaats af. De talentvolle middenvelder werd verkocht aan Heracles en werd vervolgens bij FC Twente een verdediger die altijd op zoek was naar creatieve oplossingen. Hij bouwde zijn carrière af bij DS '79 en speelde negen keer in Oranje.
Vierdeklasser Transvalia uit Rotterdam-Zuid vierde in 1995 zijn negentigjarig bestaan. Op 27 mei waren de Oud-Internationals te gast aan de Charloisse Lagedijk. Epy Drost, die vier jaar eerder een hartoperatie had ondergaan en vier bypasses had gekregen, deed als enige ex-international een warming-up. Hij maakte een schitterend doelpunt en zakte vervolgens in elkaar. Zijn medespelers Ben Wijnstekers, René van der Gijp, Henk Wery en Pier Tol zagen meteen dat er iets ernstigs aan de hand was. Ploeggenoot Wim Meutstege en verzorger Frans Ursem probeerden hem nog te reanimeren. Er was een enorme paniek. Daar kwam nog bij dat de gealarmeerde ambulance het veld niet kon vinden en aanvankelijk aan de verkeerde kant van het sportpark voor gesloten hekken stond. 'Als ik moet sterven, dan op het voetbalveld', vertrouwde Epy een intieme vriend ooit toe. Hij werd 49 jaar.
De broodmaaltijd in de feesttent voltrok zich vooral in stilte. Het bestuur van Transvalia blies de geplande feestavond af. Van der Gijp probeerde zijn medespelers nog wat op te beuren met voetbalhumor. 'Laten we de consumptiebonnen van Epy maar verdelen. Die heeft hij toch niet meer nodig.' Maar ook de doorgaans vrolijke Van der Gijp was aangedaan: 'Epy was een ongelooflijk blije man. Dan komt hij op zo'n bizarre wijze te overlijden... Hij speelde altijd graag mee, of we nou in Goes of Heerenveen voetbalden. Dan kwam hij helemaal uit Enschede in die Amerikaanse slee van hem. Hij speelde altijd maar één helft mee, omdat hij aan zijn hart was geopereerd, maar daarin liep hij meer dan ik in negentig minuten. En fanatiek! Niet te geloven. Hij zei altijd dat hij weer alles mocht doen van de dokter, maar niemand begreep dat. Meutstege en verzorger Ursem hebben dertig minuten geprobeerd Epy te reanimeren. Ik had enorm veel respect voor die twee. Maar je kon al zien dat het niets meer hielp. Iedereen bleef erbij staan, doodstil. Pas na veertig minuten kwam er een ambulance. Die moest geloof ik uit Emmeloord komen. Ik ben meteen weggegaan, ik was er kapot van. Mario Been woonde vlak bij het veld. Bij hem heb ik in de tuin een biertje gedronken om weer een beetje tot mezelf te komen. Maar die dag zal ik nooit vergeten.'
Matty Verkamman was jaren verslaggever en columnist van het dagblad Trouw. Een paar jaar geleden besloot hij voor zichzelf te beginnen vanuit het Zeeuwse Kats. Hij nam ontslag en startte de boekenuitgeverij deBUITENSPELERS. In tegenstelling tot Engeland en Duitsland kende Nederland geen voetbalboekencultuur. Er was geen droog brood mee te verdienen en de uitgekomen voetbalboeken lagen al snel voor een paar euro bij De Slegte.
Daar heeft Verkamman een eind aan gemaakt. Hij geeft prachtige boeken uit die als warme broodjes over de toonbank gaan. Zijn serie Oranje Toen En Nu is een groot succes en de biografie van Johan Cruijff was meteen uitverkocht. Er wordt gewerkt aan boeken over Willem van Hanegem en Rinus Michels. Een exemplaar over Ruud van Nistelrooy ligt net in de winkel en het levensverhaal van Epy Drost wordt zaterdag gepresenteerd bij Biljartpaleis Stokkers in Enschede. Beeldhouwster Ronny Bazen vereeuwigde Epy Drost in brons. Het beeld krijgt, na de verbouwing, een plaats in het Arke Stadion.
Tot dat moment blijft het beeld van de lokale held bij Biljartpaleis Stokkers staan, min of meer het tweede huis van Epy. Verkammans boeken staan niet bol van de adoratie, het zijn journalistieke producten. Auteur Bert Nederlof, senior-redacteur van Voetbal International, schetst aan de hand van vele gesprekken met mensen die Epy van dichtbij meemaakten een ontroerend beeld van een bijzondere voetballer en een bijzonder mens. Zo had Epy een kleurrijk liefdesleven, was hij geen modelvader en verschenen er op zijn begrafenis verschillende treurende geliefden.
Die dames zijn onthullend openhartig in het boek. Ex-vrouw Margreeth Buiskool vertelt dat Epy er vanaf de eerste dag vriendinnen op nahield. Op 1 mei 1967 werd zoon Xander geboren. Margreeth: 'Epy keek nauwelijks om naar zijn zoon. Xander vertelde op school trots dat Epy Drost zijn vader was. Maar dat geloofden zijn klasgenoten niet. 'Laat hij je dan eens van school komen ophalen', zeiden ze dan. 'Eigenlijk heeft Epy hem altijd aan zijn lot overgelaten. Xander was soms letterlijk ziek van het gemis van zijn vader. Epy was er bijna nooit, ik wist best dat hij vaak vreemdging. Toen Xander zeven was, ben ik bij Epy weggegaan. Het grappige is dat Xander nu speelt in een team van Biljartpaleis Stokkers, waar zijn vader vroeger ook speelde. Hij heeft de keu van Epy gekregen.'
Epy Drost wordt in het boek afgeschilderd als een losbol, een notoire vreemdganger, een man die niet kon omgaan met geld, bindingsangst had en hopeloos mislukte als zakenman. Zo werden een lijstenmakerij, een café en een boetiek met exclusieve kleding geen succes. Zijn ex-vriendin Joan Gravenberch doet een boekje, maar vooral haar oude dagboeken open. In dit land en zeker in VI is het ongebruikelijk dergelijke intimiteiten te publiceren, maar het geeft wel een goed beeld van de ondeugende voetballer die niet geremd werd door welke vorm van verantwoordelijkheidsgevoel dan ook. Joan klapt uit de school en verzekert de lezer dat haar voorgangster Windy en de vriendin na haar - Annemiek - dezelfde ervaringen hebben.
De kleurrijke voetballer was een anti-held. Vanaf 1966 tot op de dag van zijn overlijden kwam hij dagelijks bij Cafetaria Schippers in de Stadsgravenstraat in Enschede. Daar parkeerde hij zijn opzichtige Camaro en later zijn Baretta pal voor de deur op de stoep. Vaak was hij er 's morgens om tien uur al. Epy was nooit vrolijk of uitgelaten, maar zat doorgaans stil voor zich uit te staren en genoot van de specialiteit van het huis: zelfgemaakte gehaktballen. Ook op 27 mei 1995 was hij 's morgens nog bij Cafetaria Schippers om met eigenaar Hennie drie spelletjes boonakker, een typisch Twents kaartspel, te spelen. Een paar uur later was hij dood. En vijf dagen later was de snackbar voor het eerst in 37 jaar op donderdag gesloten. Vanwege de crematie van Epy Drost.
Johan Derksen