In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Djavan Anderson (28), wiens loopbaan soms bipolaire vormen aanneemt.
Iets meer dan drie jaar geleden liep Anderson het Allianz Stadium van Juventus binnen. Midden in de Italiaanse titelstrijd kreeg de Amsterdammer een basisplaats bij Lazio naast mannen als Ciro Immobile en Sergej Milinkovic-Savic. Bij De Oude Dame liepen kanonnen als Douglas Costa, Cristiano Ronaldo en Paulo Dybala rond.
'Ik denk dat alles in het leven wat dat betreft al een beetje staat uitgeschreven'
Momenteel zit hij clubloos thuis. ‘Mijn carrière is écht een rollercoaster’, zegt Djavan Anderson onder een warmtelamp op een Amsterdams terras. Het woord achtbaan is onder voetballers aan inflatie onderhevig, maar in zijn geval zegt hij geen woord te veel. Hij ging van de tribune van de Keuken Kampioen Divisie naar een failliete club, om later plotseling een transfer naar de top van Italië te maken. Begin dit jaar speelde hij nog tegen Arsenal, maar afgelopen zomer slaagde hij er niet in om een nieuwe werkgever te vinden.
Hij heeft al zoveel meegemaakt in zijn tien jaar als prof dat hij ook onder deze situatie kalm blijft. ‘Ik ben altijd wel een beetje spiritueel daarin’, zegt de voormalige speler van Ajax, AZ en Lazio. ‘Ik denk dat alles in het leven wat dat betreft al een beetje staat uitgeschreven.’ Het enige wat hij kan doen is zichzelf zo fit mogelijk houden. ‘Mijn grootste nachtmerrie is dat een club belt en ik er op dat moment niet fysiek klaar voor ben.’
San Marco
Anderson belandde als jonge voetballer in de opleiding van Ajax, in de generatie van Kenny Tete, zijn jeugdvriend met wie hij nog altijd twee handen op één buik is. Anderson stond daar te boek als groot talent. Clubs als Chelsea en Hamburger SV klopten voor hem aan en hij werd Europees kampioen met Oranje Onder-17 in de generatie van Nathan Aké en Tonny Vilhena. Op dat moment voelde het alsof zijn loopbaan alleen maar als een rechte lijn omhoog zou gaan. Niets bleek minder waar.
Zijn debuut in De Arena bleef uit en AZ bood hem vervolgens wel de kans bij de hoofdmacht. Toen hij hoorde dat hij daar zou gaan werken onder Marco van Basten hoefde hij niet lang na te denken.
'Bij AZ dribbelde een speler tegen een pion aan. Dan vroeg Van Basten: "Kun je nou niet eens een pion voorbijkomen?"'
Hij maakte San Marco twee maanden van dichtbij mee in Alkmaar. Hij weet nog goed dat de voormalige superspits soms moeite had om te werken met iets minder talentvolle spelers dan hij zelf was geweest. ‘Op een dag dribbelde een speler tegen een pion aan. Dan vroeg hij: “Kun je nou niet eens een pion voorbijkomen?” Ik snapte best goed dat hij soms naar een training van AZ keek en dacht: Wat zijn dit voor koekenbakkers? Die man was zonder blessures misschien wel de beste spits aller tijden geweest. In zijn hoofd was het allemaal heel logisch om een bal met het zwakke been in de kruising te schieten.’
Van Basten vertrok alweer snel bij AZ, waarna Anderson zijn Eredivisie-debuut maakte onder John van den Brom. Het bleef bij slechts één wedstrijd en hij verkaste vervolgens naar Cambuur. Daar belandde het veelgeprezen talent in zijn tweede jaar op de tribune in de Keuken Kampioen Divisie. ‘Tja, dan zit je daar ’s avonds ineens in de kou tussen de supporters.’ Hij begint nu te lachen: ‘Dan weet je dat er iets niet goed gaat.’
Niet veel later zat hij als jonge speler een paar maanden werkloos thuis. ‘Ik dacht op een gegeven moment: Wat ben ik nou eigenlijk aan het doen met mijn leven?’ Mensen in zijn omgeving gaven aan dat het misschien slimmer was om na te denken over een maatschappelijke carrière. ‘Heel confronterend was dat… Ik had zelf ook wel zoiets van: nu ben ik nog jong en kan ik binnen vijf jaar mijn zaken goed op orde krijgen in de normale wereld. Dat was logischer dan hopen op een wonder.’
Failliet
Juist in die fase dat die gedachte steeds dringender werd, ging zijn telefoon. ‘Of ik stage wilde lopen bij Bari in de Serie B.’ Een dag later zat hij in het vliegtuig voor wat hij zelf zijn laatste kans in het profvoetbal noemt. Anderson maakte indruk en tekende een contract. Alleen op dat moment maakte trainer en WK-winnaar Fabio Grosso hem iets duidelijk via Google Translate: ‘Zolang jij geen Italiaans verstaat, ga je niet spelen.’ Anderson had geluk dat hij een over een talenknobbel beschikt: binnen no time verstond hij iedereen op de club.