In 2017 ging de slag om de skyboxen keihard door. Het ene na het andere voetbalinstituut viel in handen van private eigenaren. Chinezen, Russen, sjeiks. Als een zwerm sprinkhanen nemen ze bezit van de Europese voetbalkaart. Ook Nederland werd weer een vage Rus rijker. In Utrecht haalt een man zijn schouders op. Zelfs met veertig miljoen in de min weigert Frans van Seumeren te capituleren.
Kampioenenmaker Dirk Kuijt, recordinternational Arjen Robben en Europa League-topscorer Kasper Dolberg. Voetbalnamen die direct te binnen schieten denkende aan 2017. Met als sportieve mijlpalen de titel van Feyenoord en de Europese finale van Ajax. Maar achter de schermen waren we in meer opzichten getuige van een buitengewoon jaar. Zo was 14 mei een unicum in de geschiedenis van de zestig jaar oude Eredivisie. Met de eerste Russische polderclash. Vitesse tegen Roda. Oftewel Alexander Chigirinsky tegen Aleksei Korotaev. Van de een weten we alleen zijn geboortedatum, van de ander alleen dat hij ooit een schoonspringer was die tegenwoordig schijnt te bankieren in Dubai.