Jordy Wehrmann (25) stond in de jeugdopleiding van Feyenoord bekend als een van de grootste talenten van zijn generatie. Ook als jeugdinternational droeg hij zeer regelmatig de aanvoerdersband, maar uiteindelijk slaagde hij er nooit echt in om door te breken in De Kuip. Zijn carrière nam vervolgens een compleet andere afslag: via Zwitserland en Kroatië belandde hij in Indonesië. Daar is hij nu gelukkiger dan ooit.
‘Ik kwam er hier in Indonesië al snel achter hoe erg de mensen voetballers en filmsterren adoreren. Op een van mijn eerste dagen kwamen er direct twee vaders naar me toe. Ze wilden me allebei aan hun dochter koppelen, zodat ik met ze zou gaan trouwen. “Ik heb een hele mooie dochter, kijk ze zit daar verderop”, zei zo'n vader. “Ze is echt een prachtige dame voor jou, jullie zullen trouwen en gaan een mooie toekomst tegemoet”. In het begin dacht ik dat hij met me liep te dollen, maar hij bleek bloedserieus te zijn. Ik heb toch maar vriendelijk bedankt.’
‘Ik was in de jeugdopleiding van Feyenoord vaak aanvoerder en voetbalde door de jaren heen met jongens als Noa Lang, Lutsharel Geertruida, Tyrell Malacia en Orkun Kökçü. Er was ook vaak interesse van andere clubs voor mij, zo wilden PSV en Arsenal me graag hebben. Zelf was ik daar helemaal niet mee bezig. Vanaf de velden op Varkenoord zag ik De Kuip altijd liggen en ik dacht alleen maar: Het zou geweldig zijn als ik daar ooit kan voetballen.’
‘Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren dat ik op mijn zestiende voor het eerst met knikkende knietjes de kleedkamer van de hoofdmacht binnenstapte. Zag ik daar Dirk Kuijt en Eljero Elia zitten, dat waren wel grote meneren in die tijd. In de jaren die volgden, raakte ik toch wel het meest onder de indruk van Robin van Persie. Hij liet me verschillende littekens zien, van alle schoppen die hij in de Premier League had gehad. Van Persie vertelde me dat hij in Engeland altijd achillespeesbeschermers droeg, omdat hij iedere week mannen als John Terry en Nemanja Vidic in zijn nek had hangen.’
'Ik ben er echt trots op dat ik met mannen als Robin van Persie en Steven Berghuis op het veld heb gestaan. Ik krijg letterlijk kippenvel nu ik het erover heb'
‘In die tijd trainden we ook regelmatig elf-tegen-elf, de basisploeg tegen de wissels. Van Persie stond vaak in de spits of rondom de nummer 10-positie en Steven Berghuis kwam vaak vanaf rechts naar binnen. Ik stond dan regelmatig bij de wissels op de 6-positie en moest continu de ruimte tussen ze in verdedigen. Ik kreeg constant dubbele één-tweetjes om mijn oren en dacht alleen maar: Jezus, dit is niet leuk. Hoor ik hier wel thuis? Achteraf kan ik er alleen maar van genieten dat ik als ultieme liefhebber het veld heb mogen delen met zulke kwaliteitsspelers. Ik ben er echt trots op en krijg letterlijk kippenvel nu ik het erover heb.’
‘Na een verhuurperiode aan FC Dordrecht maakte ik onder Dick Advocaat mijn debuut in het eerste van Feyenoord. Daar kwamen in de eerste seizoenshelft nog een paar potjes bij en Advocaat vertelde me dat ik achter Leroy Fer en Jens Toornstra de eerstvolgende in de rij was. Ik vond zelf dat ik meer speelminuten nodig had en heb me laten verhuren aan FC Luzern in de Zwitserse competitie. Ik heb daar alles gespeeld en nog een doelpunt gemaakt in de gewonnen bekerfinale. Toen ik terug bij Feyenoord kwam, had ik écht het gevoel dat ik er klaar voor was.’
'Nu knaagt het nog weleens aan me: Wat als ik bij Arne Slot was gebleven?'
‘Ik had de mogelijkheid om te blijven en heb aan het begin van dat seizoen veel gesproken met de nieuwe trainer, Arne Slot. Hij vertelde heel eerlijk dat ik op dat moment geen basisspeler bij hem zou zijn en dat ik de dertiende of veertiende man zou worden. Uiteindelijk heb ik de weloverwogen beslissing genomen om definitief de stap naar Luzern te maken. Nu knaagt het nog weleens aan me: Wat als ik bij Arne Slot was gebleven? Alle spelers hebben zich fantastisch onder hem ontwikkeld en de club heeft een gigantische sprong gemaakt. Daar had ik wel onderdeel van willen zijn, maar het heeft weinig zin om daar te lang over na te denken.’