De Rotterdamse remontada die Slot nooit meer vergeet
ADVERTORIAL - In de rubriek Achter de Kleedkamerdeur blikt Voetbal International terug op wedstrijden die na de rust compleet kantelden. Soms zijn de eerste en tweede helft van een duel een wereld van verschil. Hoe komt zo’n remontada eigenlijk tot stand? In deze aflevering neemt Adil Auassar (36) ons mee terug naar Sparta Rotterdam - AZ uit het seizoen 2020/21.
‘Gênant’, was het woord dat toenmalig AZ-trainer Arne Slot sprak tegenover het clubkanaal. Hij had zijn ploeg zojuist op een leeg Kasteel een 0-4 voorsprong weg zien geven tegen Sparta. ‘Hier valt niet tegenop te analyseren. Dit is tegen het bizarre aan.’ De huidige coach van Feyenoord weet door dit duel dat een trainer nooit te vroeg kan juichen.
Adil Auassar stond als aanvoerder van Sparta aan de goede kant van die Rotterdamse remontada. De voormalige middenvelder hing afgelopen seizoen zijn voetbalschoenen aan de wilgen. Tegenwoordig is hij assistent-trainer van Henk Fraser bij RKC Waalwijk. Om terug te blikken op één van de meest bijzondere wedstrijden in zijn carrière, is hij voor even terug in Rotterdam-West op Het Kasteel.
Auassar weet nog goed dat Sparta het seizoen destijds niet al te best was begonnen. Na nul punten uit drie wedstrijden kwam de formatie uit Alkmaar op bezoek. ‘We wisten dat we aan de bak moesten’, zegt hij. Eigenlijk voelde hij al vrij snel dat Sparta geen grip kreeg op de tegenstander. ‘We merkten dat we niet lekker in de wedstrijd zaten en dat ze er wel erg makkelijk doorheen voetbalden. Ik moet ook alle credits aan AZ geven. Ze begonnen echt fantastisch. Al gauw dachten we: Dit wordt uitkijken geblazen.’
Sparta werd in de eerste helft helemaal scheel getikt. ‘We kwamen er op alle fronten niet aan te pas.’ Na 33 minuten keek de thuisploeg tegen een 0-4 achterstand aan. Met die tussenstand kwam de formatie van Fraser zelfs nog goed weg, want Jesper Karlsson raakte nog de lat en Dani de Wit de paal. Binnen veertig minuten wees Danny Makkelie ook nog naar de stip voor een strafschop. Teun Koopmeiners nam plaats achter de bal. De Wit stak zijn armen al in de lucht, maar zag hoe de captain de bal op de lat mikte. AZ juichte letterlijk te vroeg.
'We hadden niet eens de tijd en energie om te vloeken en zaten écht in een soort overlevingsmodus'
‘We hebben gewoon enorm geleden met z’n allen in die eerste helft’, zegt Auassar. ‘We werden echt overvallen door de situatie. We kwamen handen en voeten tekort. We hadden niet eens de tijd en energie om te vloeken en zaten écht in een soort overlevingsmodus. In zo’n situatie is het een kwestie van hard werken en je mond houden.’ Uiteindelijk liep Sparta richting de kleedkamers met een 0-4 achterstand, waar de score zeker wel dubbel zo hoog had kunnen uitvallen.
‘In de kleedkamer zat de één met zijn shirt over het hoofd, de ander keek de andere kant op’, vertelt Auassar. ‘Ik geloof er zelf heilig in dat het belangrijk is om altijd onverstoorbaar te zijn. In goede tijden moet je niet de polonaise lopen en in slechte tijden moet je niet in een hoekje gaan huilen.’ In de herinnering van Auassar was Sparta-coach Fraser juist heel erg kalm in de rust. Ook ervaren spelers als Bart Vriends, Bryan Smeets en Benjamin van Leer probeerden het hoofd koel te houden. ‘We hadden genoeg ervaring in huis om dit op te vangen en te verwerken. We moesten de handschoen weer oppakken en ons klaarmaken voor de tweede helft.’
De conclusie van de spelers en de technische staf was dat na de rust vooral een enorme afgang moest worden voorkomen. ‘Het geloof was nihil. Ik zou liegen als ik nu zou zeggen dat we dachten dat we nog gelijk zouden maken.’ Het begin van de ommekeer kwam tot stand na een opmerkelijk moment met AZ-doelman Marco Bizot. Bij het klaarleggen van zijn uittrap, tikte hij de bal per ongeluk met zijn voet naar voren. Hij pakte de bal vervolgens op, waardoor Sparta een indirecte vrije trap in de zestien kreeg. Met elf AZ-spelers op de doellijn wist Abdou Harroui de bal alsnog binnen te pegelen: 1-4.
Sven Mijnans vertelde achteraf voor de camera’s dat Auassar na die goal riep: ‘Het kan nog! Het kan nog.’ De aanvoerder van destijds begint nu te lachen. ‘Ik ben van nature geen opgever, maar ik weet niet of ik er op dat moment écht in geloofde. Maar ik wilde als aanvoerder in ieder geval nooit mijn koppie laten hangen.’ Zeven minuten later kwamen de Rotterdammers nog een stapje dichterbij door een afstandsschot van Dirk Abels: 2-4.
Fraser haalde Auassar tien minuten voor het einde naar de kant. Hij liep richting de bank met het gevoel dat zijn ploeg in ieder geval een enorme blamage had voorkomen. Vanaf de zijkant zag de middenvelder dat Lennart Thy vlak voor tijd vanaf elf meter de aansluitingstreffer binnenschoot. ‘Toen begon ik er daadwerkelijk in te geloven. AZ was het helemaal kwijt.’ In de negentigste minuut was het wonder compleet. De twintigjarige Mijnans schoot de gelijkmaker laag in de hoek: 4-4. ‘Ik sprong meteen van de bank af. In de hoek van het veld doken we allemaal over elkaar heen. Kippenvel, wat een moment. Het was één groot gekkenhuis.’
'Deze jongens wilden écht voor elkaar lijden'
Het was de eerste keer sinds 1969 dat een Eredivisie-ploeg zich terugknokte van zo’n ruime achterstand. Volgens Auassar zijn er meerdere ingrediënten nodig om zo’n ommekeer tot stand te brengen. ‘Maar je moet in ieder geval een groep hebben die voor elkaar wil vechten. Anders waren we hier niet toe in staat geweest. Deze jongens wilden écht voor elkaar lijden.’
Hoewel er door de coronapandemie geen supporters in het stadion zaten, zullen weinig Sparta-fans deze pot ooit vergeten. De Rotterdamse remontada heeft bij veel mensen een blijvende herinnering achtergelaten. Zeker ook bij succescoach Slot.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login