Terugblik Dag 26: Gio's pegel en bedankje aan Luis

Tot dusver is het niet het toernooi van Robin van Persie. Er werd zelfs aan getwijfeld of hij de juiste man voor de spitspositie was. Tegen Uruguay stond zijn naam ook niet als doelpuntenmaker op het scorebord. Toch speelde de Arsenal-aanvaller een uitstekende wedstrijd. Zijn aanspeelbaarheid was groot, zijn voortzetting uitstekend en hij was een continue plaag voor de Uruguayaanse defensie. De Rotterdammer is op het juiste moment in vorm. In de finale zal hij nog beter zijn. Zelden hadden we het zo makkelijk om het doelpunt van de dag te kiezen. Het alles verwoestende afstandsschot van Giovanni van Bronckhorst won met groot gemak. Vanaf een meter of dertig besloot de binnenkort afzwaaiende Feyenoorder op het doel te rammen. Met een machtige dreun verdween de bal in de winkelhaak. Het zal ons niet verbazen als dit uiteindelijk de mooiste treffer van het totale toernooi zal worden. Wesley Sneijder deed het tegen Brazilië, Arjen Robben tegen Uruguay. Als één van de kleinste spelers van het veld koppend scoren. Het tikken op het voorhoofd na de treffer is een gebruik dat we in de finale ook wel weer willen terugzien. Nigel de Jong mag dan weer spelen. We zien met liefde zijn handen op het kale voorhoofd kletsen. Langzaam waren we de flessen champagne al aan het ontkurken, high-fives werden uitgedeeld en plannetjes voor zondag al gesmeed. Totdat Oranje plots de controle over de wedstrijd even uit handen gaf. In de tweede minuut van de blessuretijd werd het in de degelijk ogende defensie van Oranje paniekerig en vonden de Uruguayanen opeens aansluiting. Met toch nog de handen in het zweet doemde zelfs stiekem een rampscenario op. Dat willen we zondag niet meer. Uiteraard is Luis Suarez een held in Uruguay na zijn briljante redding in de kwartfinale tegen Ghana. Nederland haalde tegelijkertijd opgelucht adem. Die rommelaar van Ajax is in staat om tegenstanders pijn te doen. Ook Nederland. Dus ook bedankjes van ons. En om de Zuid-Amerikanen gerust te stellen: die pegel van Giovanni van Bronckhorst had hij ook niet gehad.(Jasper Steppé)