Eerste Divisie

Het is lang geleden dat ik bij een eerste divisie-wedstrijd was. Dat was geloof ik nog in de tijd dat het echt eerste divisie heette, wat het inmiddels weer schijnt te heten nadat het een tijdje Toto Divisie werd genoemd. Ik kwam voornamelijk bij eerste divisie-duels omdat (mijn) ADO daartoe veroordeeld was. En ik kwam er graag. Vooral omdat ik vlak voor de aanvang van de wedstrijd mijn auto nog pal voor de hoofdingang van het stadion kon parkeren en tijdens de wedstrijd gezellig met die paar lotgenoten om me heen over het leven kon babbelen. De grootste aantrekkingskracht van de eerste divisie vond ik telkens weer de amateuristische uitstraling. Dat veranderde iets tijdens de zogenaamde nacompetitie, maar dan nog liep ik op die voorzomeravonden ontspannen de stadions binnen. Het leek alsof de eerste divisie de nerveuze drukdoenerij van het betaalde voetbal miste. En dat was mooi.

Inmiddels schijnt dat veranderd. De eerste divisie knokt zich kapot om zich te handhaven, spant zich tot het uiterste in om sponsors toch aan zich te binden, om tv-contracten waargemaakt te zien worden en liefhebbers naar de tribune te lokken. Dat lukt her en der, vaker mislukt dat. De eerste divisie is op sterven na dood. Ik weet wel dat Gerard Bouwer van het Betaalde Voetbal zondag tijdens het symposium van de voetbaloefenmeesters bekendmaakte dat de schuldenlast van de (KPN-)eredivisieclubs veel hoger is dan die van de eerste divisie-clubs, maar voor het merendeel van de eredivisieclubs is er wel enig perspectief. Er komt hoe dan ook tv-geld binnen, dus is er exposure en zijn er sponsors. Dat garandeert absoluut niet een zorgenvrije toekomst, maar wel een zekere bron van inkomsten. En die zie ik dus bij de eerste divisie-clubs opdrogen.

Nu nog roepen de eredivisieclubs dat ze nog een aantal jaartjes financieel zullen bijspringen, maar over een seizoentje-of-wat zal ook dat zijn afgelopen. Niet voor niets zei voorzitter Harry van Raaij van PSV zondag dat het betaalde voetbal eens een keuze moet maken: je kunt niet je geld over van alles en nog wat (zoals handhaving van goede selecties, binding houden met de Europese top, investeren in jeugd en jeugdcompetities, de eerste divisie in leven houden, etcetera) versnipperen, want dan doe je niets goed Vaarwel, op termijn, eerste divisie.

Ik constateer dat zonder enige vreugde. Mijn gevoelens jegens die eerste divisie heb ik immers al beschreven. Destijds voelde ik me er wel thuis. Alleen, er is zoveel meer. De Champions League, de eredivisie, UEFA Cup-voetbal, het Nederlands elftal, de EK's en WK's, het Amstel Cup-toernooi. Allemaal vréselijk belangrijk en dwingend tot het maken van keuzes. Dat geldt voor mij, dus ook voor andere liefhebbers. En dat terwijl de voetbalbonzen zoiets als de Euro League ook nog niet uit hun hoofd hebben gezet.

Hoe we ons er ook tegen verzetten, het aantal betalende clubs zal (moet) afnemen, de eerste divisie wordt uiteindelijk de Topklasse (samengevoegd met topamateurs) en de eredivisie zal tot (maximaal) zestien clubs worden teruggebracht. Er was een tijd dat ook ik daar op tegen was, maar de realiteit heeft het sentiment ingehaald. De komende jaren zal er door de laatste der Mohikanen nog fel worden tegengestribbeld, maar dan wordt er werkelijk met iets nieuws begonnen. Wat blijft? De media-aandacht voor het echte (?) topvoetbal, veel tv-uitzendingen daarvan (tien procent op het zogenaamde open net en negentig procent achter de decoder om nog meer overkill te voorkomen) en mijn amateurclubje. Dat blijft altijd. Waar ik heel vaak te vinden zal zijn. Om half twee begint de muziek uit de luidsprekers te kraken, de kantine stroomt leeg en schuin achter het doel sta ik mijn jongens aan te moedigen.

Kees Jansma

Bekijk hier al onze video's